Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met transitieve werkwoorden voor de Indonesische grammatica

In deze oefeningen oefenen we met transitieve werkwoorden in de Indonesische grammatica. Transitieve werkwoorden zijn werkwoorden die een lijdend voorwerp nodig hebben om de handeling compleet te maken. Let goed op het gebruik van het juiste werkwoord in de zin en de betekenis ervan.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Kiezen van het juiste transitieve werkwoord

1. Dia *membaca* buku di perpustakaan. (Gebruik het werkwoord voor ‘lezen’ dat een object nodig heeft)
2. Kami *memasak* nasi untuk makan malam. (Gebruik het werkwoord voor ‘koken’ met een direct object)
3. Ibu *membeli* sayur di pasar pagi ini. (Gebruik het werkwoord voor ‘kopen’ met een duidelijk object)
4. Mereka *menulis* surat untuk teman mereka. (Gebruik het werkwoord voor ‘schrijven’ met een object)
5. Adik *memakai* sepatu baru hari ini. (Gebruik het werkwoord voor ‘dragen/gebruiken’ met object)
6. Guru *mengajar* matematika setiap hari. (Gebruik het werkwoord voor ‘onderwijzen’ met object)
7. Ayah *memperbaiki* mobil di garasi. (Gebruik het werkwoord voor ‘repareren’ met object)
8. Siswa *mendengarkan* lagu di kelas. (Gebruik het werkwoord voor ‘luisteren naar’ met object)
9. Kakak *memotong* kue untuk pesta. (Gebruik het werkwoord voor ‘snijden’ met object)
10. Teman saya *menonton* film di bioskop. (Gebruik het werkwoord voor ‘kijken naar’ met object)

Oefening 2: Vul het juiste transitieve werkwoord in de zin in

1. Saya *membawa* tas ke sekolah. (Gebruik het werkwoord voor ‘dragen/brengen’ met object)
2. Dia *menyapu* lantai setiap pagi. (Gebruik het werkwoord voor ‘vegen’ met object)
3. Kami *mengirim* surat kepada teman. (Gebruik het werkwoord voor ‘versturen’ met object)
4. Ibu *memasukkan* sayur ke dalam kulkas. (Gebruik het werkwoord voor ‘stoppen/plaatsen’ met object)
5. Anak itu *menggambar* gambar di buku. (Gebruik het werkwoord voor ’tekenen’ met object)
6. Mereka *mengambil* foto di taman. (Gebruik het werkwoord voor ‘nemen’ met object)
7. Guru *menjelaskan* pelajaran dengan jelas. (Gebruik het werkwoord voor ‘uitleggen’ met object)
8. Saya *menyimpan* uang di bank. (Gebruik het werkwoord voor ‘opslaan/bewaren’ met object)
9. Kakak *menyiram* tanaman di halaman. (Gebruik het werkwoord voor ‘gieten/begieten’ met object)
10. Teman saya *meminjam* buku dari perpustakaan. (Gebruik het werkwoord voor ‘lenen’ met object)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot