Oefening 1: Tegenwoordige tijd van werkwoorden in het Galicisch
2. Ti *falas* galego perfectamente (Gebruik de juiste vorm van ‘falar’ in de tegenwoordige tijd).
3. Nós *vivimos* nunha casa grande (Gebruik de juiste vorm van ‘vivir’ in de tegenwoordige tijd).
4. Ela *traballa* no instituto (Gebruik de juiste vorm van ’traballar’ in de tegenwoordige tijd).
5. Vós *escribides* unha carta (Gebruik de juiste vorm van ‘escribir’ in de tegenwoordige tijd).
6. Eles *xogan* no parque (Gebruik de juiste vorm van ‘xogar’ in de tegenwoordige tijd).
7. Eu *beibo* auga fresca (Gebruik de juiste vorm van ‘beber’ in de tegenwoordige tijd).
8. Ti *escoitas* música galega (Gebruik de juiste vorm van ‘escoitar’ in de tegenwoordige tijd).
9. Nós *camiñamos* pola praia (Gebruik de juiste vorm van ‘camiñar’ in de tegenwoordige tijd).
10. Ela *le* un libro interesante (Gebruik de juiste vorm van ‘ler’ in de tegenwoordige tijd).
Oefening 2: Gebruik van bepaalde en onbepaalde lidwoorden in het Galicisch
2. Ela viu *a* película onte (Gebruik het bepaald vrouwelijk lidwoord voor ‘de’).
3. Compramos *uns* libros interesantes (Gebruik het onbepaald meervoud lidwoord voor ‘enkele’).
4. O neno comeu *unha* mazá (Gebruik het onbepaald vrouwelijk lidwoord voor ‘een’).
5. Eles visitaron *os* museos da cidade (Gebruik het bepaald meervoud mannelijk lidwoord voor ‘de’).
6. Hai *unhas* flores no xardín (Gebruik het onbepaald vrouwelijk meervoud lidwoord voor ‘enkele’).
7. Gústame *o* mar (Gebruik het bepaald mannelijk lidwoord voor ‘de’).
8. Ela ten *un* gato branco (Gebruik het onbepaald mannelijk lidwoord voor ‘een’).
9. Vimos *as* estrelas no ceo (Gebruik het bepaald vrouwelijk meervoud lidwoord voor ‘de’).
10. Compraron *uns* xoguetes para os nenos (Gebruik het onbepaald mannelijk meervoud lidwoord voor ‘enkele’).