Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met transitieve werkwoorden voor de Deense grammatica

In deze oefeningen werken we met transitieve werkwoorden in de Deense grammatica. Transitieve werkwoorden zijn werkwoorden die een lijdend voorwerp nodig hebben om de zin compleet te maken. We oefenen met het invullen van de juiste vorm van het werkwoord, waarbij je goed moet letten op het gebruik van het transitieve werkwoord en het bijbehorende lijdend voorwerp.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Vervoeging van transitieve werkwoorden in de tegenwoordige tijd

1. Han *køber* en bog. (Hint: Gebruik het werkwoord “købe” in de tegenwoordige tijd)
2. Vi *spiser* en sandwich. (Hint: Gebruik het werkwoord “spise” in de tegenwoordige tijd)
3. Hun *skriver* et brev. (Hint: Gebruik het werkwoord “skrive” in de tegenwoordige tijd)
4. De *læser* avisen. (Hint: Gebruik het werkwoord “læse” in de tegenwoordige tijd)
5. Jeg *ser* en film. (Hint: Gebruik het werkwoord “se” in de tegenwoordige tijd)
6. Du *drikker* vand. (Hint: Gebruik het werkwoord “drikke” in de tegenwoordige tijd)
7. Han *rengør* huset. (Hint: Gebruik het werkwoord “rengøre” in de tegenwoordige tijd)
8. Vi *bygger* et hus. (Hint: Gebruik het werkwoord “bygge” in de tegenwoordige tijd)
9. Hun *maler* et billede. (Hint: Gebruik het werkwoord “male” in de tegenwoordige tijd)
10. De *finder* nøglerne. (Hint: Gebruik het werkwoord “finde” in de tegenwoordige tijd)

Oefening 2: Vervoeging van transitieve werkwoorden in de verleden tijd

1. Han *købte* en bog i går. (Hint: Gebruik het werkwoord “købe” in de verleden tijd)
2. Vi *spiste* pizza til middag. (Hint: Gebruik het werkwoord “spise” in de verleden tijd)
3. Hun *skrev* et brev sidste uge. (Hint: Gebruik het werkwoord “skrive” in de verleden tijd)
4. De *læste* avisen i morges. (Hint: Gebruik het werkwoord “læse” in de verleden tijd)
5. Jeg *så* en film i aftes. (Hint: Gebruik het werkwoord “se” in de verleden tijd)
6. Du *drak* vand efter løbeturen. (Hint: Gebruik het werkwoord “drikke” in de verleden tijd)
7. Han *rengjorde* huset i weekenden. (Hint: Gebruik het werkwoord “rengøre” in de verleden tijd)
8. Vi *byggede* et skur sidste måned. (Hint: Gebruik het werkwoord “bygge” in de verleden tijd)
9. Hun *malede* et billede til sin mor. (Hint: Gebruik het werkwoord “male” in de verleden tijd)
10. De *fandt* nøglerne under sofaen. (Hint: Gebruik het werkwoord “finde” in de verleden tijd)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot