Kwantificatoroefening 1: Onbepaalde hoeveelheden
2. No hi ha *cap* problema amb això. (Hint: gebruik een kwantificator voor ‘geen’)
3. Vull comprar *molts* pomes al mercat. (Hint: gebruik een kwantificator voor een groot aantal)
4. He vist *unes quantes* pel·lícules aquest mes. (Hint: gebruik een kwantificator voor ‘enkele’)
5. Ells tenen *pocs* amics a la ciutat. (Hint: gebruik een kwantificator voor een klein aantal, negatief)
6. Necessito *molt* sucre per la recepta. (Hint: gebruik een kwantificator voor een grote hoeveelheid)
7. No hi ha *cap* dubte sobre la resposta correcta. (Hint: gebruik een kwantificator die ‘geen’ betekent)
8. Hi ha *algunes* flors al jardí. (Hint: gebruik een kwantificator voor een onbepaald aantal)
9. Tinc *massa* feina avui. (Hint: gebruik een kwantificator voor ‘te veel’)
10. Hem menjat *poques* verdures ahir. (Hint: gebruik een kwantificator voor een klein aantal, negatief)
Kwantificatoroefening 2: Kwantificatoren met zelfstandige naamwoorden
2. Hi ha *moltes* cases noves al barri. (Hint: gebruik een kwantificator voor veel, vrouwelijk meervoud)
3. Ell té *pocs* diners a la cartera. (Hint: gebruik een kwantificator voor weinig, mannelijk meervoud)
4. Vam veure *unes quantes* aus al parc. (Hint: gebruik een kwantificator voor enkele, vrouwelijk meervoud)
5. No tenim *massa* temps per acabar el projecte. (Hint: gebruik een kwantificator voor ‘te veel’ of ‘te veel van iets abstracts’)
6. Hi ha *alguns* errors en el text. (Hint: gebruik een kwantificator voor enkele, mannelijk meervoud)
7. No hi ha *cap* resposta correcta en aquest examen. (Hint: gebruik een kwantificator die ‘geen’ betekent)
8. Vull comprar *moltes* fruites fresques. (Hint: gebruik een kwantificator voor veel, vrouwelijk meervoud)
9. Hem vist *poques* pel·lícules últimament. (Hint: gebruik een kwantificator voor weinig, vrouwelijk meervoud)
10. Ells tenen *molt* interès en la música. (Hint: gebruik een kwantificator voor een grote hoeveelheid, abstract)