Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Haver/Ter-oefeningen voor de Portugese grammatica

In deze oefeningen oefenen we het gebruik van de werkwoorden “haver” en “ter” in het Portugees. Deze werkwoorden worden vaak gebruikt om bezit of het bestaan van iets aan te geven. “Haver” komt vooral voor in formeel of literair Portugees en wordt vaak gebruikt om te zeggen dat iets er is of bestaat, terwijl “ter” in het dagelijks taalgebruik vaker voorkomt en ook gebruikt wordt om bezit aan te duiden. Let goed op het juiste gebruik en de vervoeging in de zinnen hieronder.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Haver in de tegenwoordige en verleden tijd

1. Em Portugal *há* muitas praias bonitas. (Hint: Gebruik “haver” om bestaan aan te geven in de tegenwoordige tijd)
2. Ontem *houve* uma reunião importante na empresa. (Hint: Verleden tijd van “haver” voor gebeurtenis in verleden)
3. Naquela época *havia* menos carros nas ruas. (Hint: Onvoltooid verleden tijd van “haver” voor situatie in verleden)
4. Hoje *há* muita gente na praça central. (Hint: Tegenwoordige tijd van “haver” voor aanwezigheid)
5. No passado, *havia* castelos em muitas regiões de Portugal. (Hint: Onvoltooid verleden van “haver” om bestaan aan te geven)
6. Durante o evento *houve* várias apresentações culturais. (Hint: Verleden tijd van “haver” voor specifieke gebeurtenis)
7. Na cidade *há* um museu famoso que todos visitam. (Hint: Gebruik “haver” in tegenwoordige tijd voor locatie)
8. Antes da reforma, *havia* muitos problemas no sistema. (Hint: Onvoltooid verleden van “haver” voor situatie)
9. No verão passado, *houve* uma festa na praia que durou a noite toda. (Hint: Verleden tijd van “haver” voor gebeurtenis)
10. Hoje *há* novas oportunidades de trabalho na área. (Hint: Tegenwoordige tijd van “haver” voor aanwezigheid)

Oefening 2: Ter als bezit en in uitdrukkingen

1. Eu *tenho* um carro novo. (Hint: Tegenwoordige tijd van “ter” om bezit aan te geven)
2. Eles *tinham* uma casa na praia quando eram jovens. (Hint: Onvoltooid verleden tijd van “ter” voor bezit in verleden)
3. Nós *temos* muitos amigos na cidade. (Hint: Gebruik “ter” in de tegenwoordige tijd voor bezit)
4. Vocês *têm* uma reunião importante amanhã. (Hint: Tegenwoordige tijd van “ter” voor plannen)
5. Ele *teve* uma ideia excelente durante a reunião. (Hint: Verleden tijd van “ter” voor gebeurtenis)
6. Eu não *tenho* tempo para isso agora. (Hint: Tegenwoordige tijd van “ter” voor bezit van tijd)
7. Ela *tinha* muita paciência para ensinar as crianças. (Hint: Onvoltooid verleden van “ter” voor kwaliteit in verleden)
8. Nós *tivemos* uma experiência inesquecível na viagem. (Hint: Verleden tijd van “ter” voor ervaring)
9. Eles *têm* medo de altura. (Hint: Tegenwoordige tijd van “ter” voor gevoel of staat)
10. Você *teve* sorte no exame. (Hint: Verleden tijd van “ter” voor situatie in verleden)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot