Oefening 1: Voorwaardelijke zinnen met 「〜たら」
2. 宿題が終わったら、ゲームを*します*。(Gebruik de tegenwoordige tijd van する om te zeggen dat je een spel doet na het maken van huiswerk.)
3. もし時間があったら、映画を*見ます*。(Gebruik de tegenwoordige tijd van 見る om te zeggen dat je een film kijkt als je tijd hebt.)
4. 彼が来たら、電話を*かけます*。(Gebruik de tegenwoordige tijd van かける om te zeggen dat je belt als hij komt.)
5. 晴れたら、公園へ*行きます*。(Gebruik de tegenwoordige tijd van 行く om te zeggen dat je naar het park gaat als het mooi weer is.)
6. お金があったら、新しい車を*買います*。(Gebruik de tegenwoordige tijd van 買う om te zeggen dat je een nieuwe auto koopt als je geld hebt.)
7. 風邪をひいたら、学校を*休みます*。(Gebruik de tegenwoordige tijd van 休む om te zeggen dat je school overslaat als je verkouden bent.)
8. 友達が来たら、一緒に*食べます*。(Gebruik de tegenwoordige tijd van 食べる om te zeggen dat je samen eet als je vriend komt.)
9. 仕事が終わったら、すぐに*帰ります*。(Gebruik de tegenwoordige tijd van 帰る om te zeggen dat je meteen naar huis gaat na het werk.)
10. 暇だったら、電話を*します*。(Gebruik de tegenwoordige tijd van する om te zeggen dat je belt als je tijd hebt.)
Oefening 2: Voorwaardelijke zinnen met 「〜ば」
2. 早く寝れば、元気に*なれます*。(Gebruik de potentieel-vorm van なる om te zeggen dat je gezond kunt worden als je vroeg slaapt.)
3. 時間があれば、本を*読みます*。(Gebruik de tegenwoordige tijd van 読む om te zeggen dat je een boek leest als je tijd hebt.)
4. 雨が降れば、試合は*中止になります*。(Gebruik de tegenwoordige tijd van 中止になる om te zeggen dat de wedstrijd wordt afgelast als het regent.)
5. 日本語を勉強すれば、上手に*話せます*。(Gebruik de potentieel-vorm van 話す om te zeggen dat je goed kunt spreken als je Japans studeert.)
6. 野菜を食べれば、健康に*なれます*。(Gebruik de potentieel-vorm van なる om te zeggen dat je gezond kunt worden als je groenten eet.)
7. 電車が遅れれば、遅刻を*します*。(Gebruik de tegenwoordige tijd van する om te zeggen dat je te laat komt als de trein vertraagd is.)
8. もし忙しければ、手伝いを*言ってください*。(Gebruik de imperatief-vorm van 言う om te zeggen dat iemand moet zeggen als hij/zij druk is.)
9. 風が強ければ、窓を*閉めます*。(Gebruik de tegenwoordige tijd van 閉める om te zeggen dat je het raam sluit als de wind sterk is.)
10. お酒を飲めば、気分が*良くなります*。(Gebruik de tegenwoordige tijd van 良くなる om te zeggen dat je je beter voelt als je alcohol drinkt.)