Oefening 1: Eigennamen met het onderwerp-partikel は (wa)
2. *トム* はアメリカ人です. (Gebruik het juiste onderwerp voor een buitenlandse naam)
3. *さとうさん* は先生です. (Gebruik het juiste onderwerp voor een leraar)
4. *みき* は料理が好きです. (Gebruik het juiste onderwerp voor een vriendin)
5. *ジョン* は日本語を勉強しています. (Gebruik het juiste onderwerp voor een student)
6. *あきら* はサッカーが上手です. (Gebruik het juiste onderwerp voor een jongen)
7. *エミ* は音楽を聴きます. (Gebruik het juiste onderwerp voor een meisje)
8. *やまもとさん* は医者です. (Gebruik het juiste onderwerp voor een dokter)
9. *けん* は毎日走ります. (Gebruik het juiste onderwerp voor een vriend)
10. *リサ* は映画が好きです. (Gebruik het juiste onderwerp voor een buitenlandse vrouw)
Oefening 2: Eigennamen met bezit-partikel の (no)
2. *ジョンの* 車は新しいです. (Gebruik het partikel voor bezit bij een buitenlandse naam)
3. *さとうさんの* ペンは青いです. (Gebruik het partikel voor bezit bij een leerkracht)
4. *みきの* 家は大きいです. (Gebruik het partikel voor bezit bij een vriendin)
5. *あきらの* 自転車は速いです. (Gebruik het partikel voor bezit bij een jongen)
6. *リサの* かばんはかわいいです. (Gebruik het partikel voor bezit bij een buitenlandse vrouw)
7. *やまもとさんの* 時計は高いです. (Gebruik het partikel voor bezit bij een dokter)
8. *けんの* 犬は元気です. (Gebruik het partikel voor bezit bij een vriend)
9. *エミの* 趣味は読書です. (Gebruik het partikel voor bezit bij een meisje)
10. *トムの* 名前は簡単です. (Gebruik het partikel voor bezit bij een buitenlandse man)