Oefening 1: Basiszinnen met de causatief-passieve vorm
2. 母に野菜を食べさせられました。 (De moeder *liet* iemand de groenten eten. Wat is het werkwoord?)
3. 子供たちは友達に遊ばせられました。 (De kinderen *werden* door hun vrienden laten spelen. Vul het juiste werkwoord in.)
4. 上司に会議で話させられました。 (De baas *liet* iemand tijdens de vergadering spreken. Kies de causatief-passieve vorm.)
5. 部長にレポートを書かせられました。 (De directeur *liet* iemand het rapport schrijven. Wat is het werkwoord in causatief-passief?)
6. 友達に歌を歌わされました。 (Iemand *werd* door een vriend laten zingen. Vul het werkwoord in.)
7. 父に車を洗わされました。 (De vader *liet* iemand de auto wassen. Kies de causatief-passieve vorm.)
8. 先生に本を読まされました。 (De leraar *liet* iemand het boek lezen. Wat is de juiste werkwoordsvorm?)
9. 彼にゲームをやらされました。 (Iemand *werd* door hem laten een spel spelen. Vul het werkwoord in.)
10. 友達に手伝わせられました。 (De vriend *liet* iemand helpen. Wat is het werkwoord in de causatief-passieve vorm?)
Oefening 2: Uitgebreide zinnen met de causatief-passieve vorm
2. 先生に漢字を覚えさせられました。 (De leraar *liet* iemand de kanji leren. Kies het juiste werkwoord.)
3. 上司に長い文章を書かされました。 (De baas *liet* iemand een lang stuk tekst schrijven. Vul het werkwoord in.)
4. 友達に毎朝ジョギングをさせられています。 (De vriend *laat* iemand elke ochtend joggen. Wat is de juiste vorm?)
5. 父に宿題を手伝わせられました。 (De vader *liet* iemand met het huiswerk helpen. Kies de causatief-passieve vorm.)
6. 彼にピアノを練習させられました。 (Hij *liet* iemand piano oefenen. Vul het juiste werkwoord in.)
7. 先生に作文を書かされました。 (De leraar *liet* iemand een opstel schrijven. Wat is het werkwoord?)
8. 母に夕食を作らされました。 (De moeder *liet* iemand het avondeten maken. Kies de causatief-passieve vorm.)
9. 友達に写真を撮らせられました。 (De vriend *liet* iemand een foto maken. Vul het werkwoord in.)
10. 上司に電話をかけさせられました。 (De baas *liet* iemand bellen. Wat is de causatief-passieve vorm?)