Oefening 1: Eenvoudige vorm van regelmatige werkwoorden
2. 彼は学校に*いきます* (gaan). Hint: Informele vorm van “行く” (gaan).
3. 友達と映画を*みます* (kijken). Hint: Informele vorm van “見る” (kijken).
4. 毎日日本語を*べんきょうします* (studeren). Hint: Informele vorm van “勉強する” (studeren).
5. 母は料理を*つくります* (maken). Hint: Informele vorm van “作る” (maken).
6. 私たちは公園で*あそびます* (spelen). Hint: Informele vorm van “遊ぶ” (spelen).
7. 彼女は音楽を*ききます* (luisteren). Hint: Informele vorm van “聞く” (luisteren).
8. 毎晩本を*よみます* (lezen). Hint: Informele vorm van “読む” (lezen).
9. 子供たちは学校で*はなします* (spreken). Hint: Informele vorm van “話す” (spreken).
10. 父は毎日会社に*いきます* (gaan). Hint: Informele vorm van “行く” (gaan).
Oefening 2: Eenvoudige vorm van onregelmatige werkwoorden
2. あなたはどこで*ねます* (slapen)? Hint: Informele vorm van “寝る” (slapen).
3. 彼は毎晩9時に*ねます* (slapen). Hint: Informele vorm van “寝る” (slapen).
4. 私たちは来週東京に*いきます* (gaan). Hint: Informele vorm van “行く” (gaan).
5. 子供はよく犬と*あそびます* (spelen). Hint: Informele vorm van “遊ぶ” (spelen).
6. 先生は学生に日本語を*おしえます* (onderwijzen). Hint: Informele vorm van “教える” (onderwijzen).
7. 彼女は新しい車を*かいます* (kopen). Hint: Informele vorm van “買う” (kopen).
8. 私は友達に手紙を*かきます* (schrijven). Hint: Informele vorm van “書く” (schrijven).
9. 彼は毎日新聞を*よみます* (lezen). Hint: Informele vorm van “読む” (lezen).
10. 私たちは毎週末レストランで*たべます* (eten). Hint: Informele vorm van “食べる” (eten).