Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met tijdelijke voorzetsels voor Chinese grammatica

In deze oefeningen leer je tijdelijke voorzetsels in het Chinees gebruiken. Tijdelijke voorzetsels geven aan wanneer iets gebeurt, zoals “vóór”, “na”, “tijdens” en “tot”. Let goed op het juiste voorzetsel in de context van de tijd en gebruik de hints om het juiste woord te kiezen.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Tijdelijke voorzetsels met “voor” en “na”

1. Ik ga naar huis *voor* het avondeten. (Gebruik het voorzetsel dat aangeeft dat iets eerder gebeurt dan een ander moment)
2. Zij kwam *na* de les binnen. (Gebruik het voorzetsel dat aangeeft dat iets later gebeurt dan een ander moment)
3. We maken de opdracht af *voor* de deadline. (Denk aan het voorzetsel dat aangeeft dat iets afgerond moet zijn vóór een bepaald tijdstip)
4. Hij belt mij *na* het werk. (Gebruik het voorzetsel dat aangeeft dat iets gebeurt nadat iets anders is afgelopen)
5. Zij moest vertrekken *voor* het ontbijt. (Kies het voorzetsel dat aangeeft dat iets gebeurt vóór een bepaald moment in de ochtend)
6. We gingen wandelen *na* de regenbui. (Gebruik het voorzetsel dat duidt op een tijdstip later dan een gebeurtenis)
7. Ik studeer altijd *voor* het examen. (Gebruik het voorzetsel dat aangeeft dat iets gebeurt voorafgaand aan een test)
8. Ze kwam *na* middernacht thuis. (Gebruik het voorzetsel dat aangeeft dat iets na een bepaald tijdstip in de nacht gebeurt)
9. Het feest begint *voor* het diner. (Gebruik het voorzetsel dat iets laat plaatsvinden vóór het eten)
10. We ruimen de kamer op *na* het feestje. (Gebruik het voorzetsel dat aangeeft dat iets gebeurt zodra een gebeurtenis is afgelopen)

Oefening 2: Tijdelijke voorzetsels met “tijdens” en “tot”

1. Ik las een boek *tijdens* de reis. (Gebruik het voorzetsel dat aangeeft dat iets gebeurt binnen een bepaalde tijd)
2. Zij werkt hier *tot* vijf uur. (Gebruik het voorzetsel dat aangeeft tot welk tijdstip iets doorgaat)
3. We aten *tijdens* de film popcorn. (Gebruik het voorzetsel dat aangeeft dat iets gebeurt in dezelfde periode als iets anders)
4. Hij blijft *tot* volgende week in de stad. (Gebruik het voorzetsel dat aangeeft dat iets duurt tot een bepaald moment in de toekomst)
5. Ze luisterde naar muziek *tijdens* het studeren. (Gebruik het voorzetsel dat aangeeft dat twee gebeurtenissen tegelijk plaatsvinden)
6. Het museum is open *tot* acht uur ’s avonds. (Gebruik het voorzetsel dat het eindtijdstip van een gebeurtenis aangeeft)
7. We praatten *tijdens* de lunchpauze. (Gebruik het voorzetsel dat aangeeft dat iets gebeurt binnen een pauzeperiode)
8. Hij sport *tot* hij moe wordt. (Gebruik het voorzetsel dat aangeeft dat iets doorgaat tot een bepaald moment of toestand)
9. Ze werkte hard *tijdens* het project. (Gebruik het voorzetsel dat aangeeft dat iets gebeurt gedurende een bepaalde periode)
10. De winkel is open *tot* zonsondergang. (Gebruik het voorzetsel dat aangeeft tot welk moment de winkel open is)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot