Ervaringsgerichte Aspect Oefening 1: Gebruik van het partikel 了 (le) voor voltooid verleden tijd
2. Zij *heeft het boek gelezen* (gebruik 了 om aan te geven dat de handeling voltooid is).
3. Wij *zijn naar de markt gegaan* (gebruik 了 voor een voltooide beweging).
4. Hij *heeft de brief geschreven* (geef aan dat de handeling afgerond is met 了).
5. Jullie *hebben de film gezien* (gebruik 了 om ervaring of voltooiing te tonen).
6. De kinderen *hebben gespeeld* in het park (gebruik 了 voor een voltooide actie).
7. Ik *heb de taak voltooid* (laat zien dat het klaar is met 了).
8. Zij *is naar huis gegaan* (gebruik 了 om het einde van de beweging aan te geven).
9. Wij *hebben het cadeau gegeven* (gebruik 了 om voltooide handeling te tonen).
10. Hij *heeft het probleem opgelost* (gebruik 了 om voltooiing te benadrukken).
Ervaringsgerichte Aspect Oefening 2: Gebruik van het partikel 过 (guo) voor ervaring
2. Zij *heeft de film al gezien* (gebruik 过 om aan te geven dat iets ervaren is).
3. Wij *hebben het gerecht geproefd* (gebruik 过 om ervaring te tonen).
4. Hij *heeft dat boek gelezen* (gebruik 过 om te zeggen dat de ervaring heeft plaatsgevonden).
5. Jullie *hebben ooit Chinese les gehad* (gebruik 过 om ervaring uit te drukken).
6. De kinderen *hebben in het zwembad gezwommen* (gebruik 过 voor een voltooide ervaring).
7. Ik *heb dat museum bezocht* (gebruik 过 om aan te geven dat iets ervaren is).
8. Zij *heeft ooit in Beijing gewoond* (gebruik 过 om ervaring te benadrukken).
9. Wij *hebben die wedstrijd gespeeld* (gebruik 过 om te zeggen dat het meegemaakt is).
10. Hij *heeft dat lied gehoord* (gebruik 过 om te tonen dat de ervaring heeft plaatsgevonden).