Oefening 1: Kies het juiste vragende voornaamwoord
2. *Mikä* on sinun lempivärisi? (Hint: Vraag naar een ding of begrip.)
3. *Missä* sinä asut? (Hint: Vraag naar een plaats.)
4. *Milloin* hän saapuu? (Hint: Vraag naar een tijdstip.)
5. *Miksi* olet niin väsynyt? (Hint: Vraag naar een reden.)
6. *Kuka* soitti ovikelloa? (Hint: Vraag naar een persoon.)
7. *Mikä* tämä on? (Hint: Vraag naar een object.)
8. *Missä* on lähin kauppa? (Hint: Vraag naar locatie.)
9. *Milloin* lähdet matkalle? (Hint: Vraag naar een tijd.)
10. *Miksi* et vastannut puhelimeen? (Hint: Vraag naar een reden.)
Oefening 2: Vul het juiste vragende voornaamwoord in
2. *Mikä* on tämän kirjan nimi? (Hint: Vraag naar de naam van iets.)
3. *Missä* olet syntynyt? (Hint: Vraag naar een geboorteplaats.)
4. *Milloin* alkaa elokuva? (Hint: Vraag naar het begin van een gebeurtenis.)
5. *Miksi* et tule mukaan? (Hint: Vraag naar de reden om niet mee te gaan.)
6. *Kuka* opettaa suomea? (Hint: Vraag naar de leraar.)
7. *Mikä* on ongelma? (Hint: Vraag naar het probleem.)
8. *Missä* voin ostaa liput? (Hint: Vraag naar een plek om iets te kopen.)
9. *Milloin* sinulla on syntymäpäivä? (Hint: Vraag naar een datum.)
10. *Miksi* olet myöhässä? (Hint: Vraag naar de reden van vertraging.)