Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Zijn/Worden Oefeningen voor de Nederlandse grammatica

In deze oefeningen leer je het verschil tussen de werkwoorden “zijn” en “worden” in het Nederlands. “Zijn” gebruik je om een toestand of eigenschap aan te geven, terwijl “worden” vaak gebruikt wordt om een verandering of een toekomstige toestand te beschrijven. Let goed op de betekenis en de tijd van de zin om het juiste werkwoord te kiezen.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Zijn in Tegenwoordige en Verleden Tijd

1. Ik *ben* vandaag heel moe. (Hint: gebruik “zijn” in de tegenwoordige tijd)
2. Jij *bent* mijn beste vriend. (Hint: gebruik “zijn” in de tegenwoordige tijd)
3. Zij *is* dokter van beroep. (Hint: gebruik “zijn” in de tegenwoordige tijd)
4. Wij *waren* gisteren laat thuis. (Hint: gebruik “zijn” in de verleden tijd)
5. Jullie *waren* erg blij met het nieuws. (Hint: gebruik “zijn” in de verleden tijd)
6. Hij *is* altijd op tijd. (Hint: gebruik “zijn” in de tegenwoordige tijd)
7. De kinderen *waren* aan het spelen in de tuin. (Hint: gebruik “zijn” in de verleden tijd)
8. Zij *is* de nieuwe lerares. (Hint: gebruik “zijn” in de tegenwoordige tijd)
9. Ik *was* vroeger verlegen. (Hint: gebruik “zijn” in de verleden tijd)
10. Het huis *is* groot en licht. (Hint: gebruik “zijn” in de tegenwoordige tijd)

Oefening 2: Worden voor Verandering en Toekomende Tijd

1. Hij *wordt* morgen zes jaar oud. (Hint: gebruik “worden” voor een toekomstige gebeurtenis)
2. De bladeren *worden* geel in de herfst. (Hint: gebruik “worden” om verandering aan te geven)
3. Wij *worden* later dokter. (Hint: gebruik “worden” om een toekomstige toestand te beschrijven)
4. De soep *wordt* steeds kouder. (Hint: gebruik “worden” voor een proces van verandering)
5. Jij *wordt* snel beter na de ziekte. (Hint: gebruik “worden” om herstel aan te geven)
6. De stad *wordt* groter elk jaar. (Hint: gebruik “worden” om groei aan te geven)
7. Zij *wordt* binnenkort moeder. (Hint: gebruik “worden” voor toekomst)
8. Het weer *wordt* morgen zonnig. (Hint: gebruik “worden” voor voorspelling)
9. Ik *word* moe na het sporten. (Hint: gebruik “worden” om een verandering in toestand aan te geven)
10. De taak *wordt* door hem gedaan. (Hint: gebruik “worden” in de passieve vorm)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot