Wat is de infinitief in het Frans?
De infinitief is de onbepaalde vorm van het werkwoord, vergelijkbaar met het Nederlandse “lopen”, “zien” of “eten”. In het Frans eindigen infinitieven meestal op -er, -ir of -re. De infinitief wordt niet vervoegd naar persoon, getal of tijd en wordt vaak gebruikt als basisvorm in woordenboeken en grammaticale uitleg.
- -er infinitieven: parler (spreken), aimer (houden van), donner (geven)
- -ir infinitieven: finir (eindigen), choisir (kiezen), réussir (slagen)
- -re infinitieven: vendre (verkopen), attendre (wachten), entendre (horen)
Deze basisvorm is het uitgangspunt voor het vervoegen van werkwoorden in allerlei tijden en vormen.
Vormen en groepen van Franse infinitieven
Franse werkwoorden worden onderverdeeld in drie groepen op basis van hun infinitief:
De eerste groep: -er werkwoorden
Dit is de grootste en eenvoudigste groep, met regelmatige vervoegingen. Voorbeelden:
- aimer (houden van)
- parler (spreken)
- travailler (werken)
De tweede groep: -ir werkwoorden
Deze groep bevat werkwoorden waarvan de stam in het meervoud op -iss- eindigt. Voorbeelden:
- finir (eindigen)
- choisir (kiezen)
- grandir (groeien)
De derde groep: overige werkwoorden (-re, -oir, onregelmatig)
Dit zijn vaak onregelmatige werkwoorden, waaronder:
- prendre (nemen)
- voir (zien)
- recevoir (ontvangen)
- faire (doen/maken)
Wanneer gebruik je de infinitief in het Frans?
De infinitief kent meerdere toepassingen in het Frans. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste gevallen:
1. Na bepaalde werkwoorden
Sommige werkwoorden worden in combinatie met een infinitief gebruikt. Bijvoorbeeld:
- vouloir faire (willen doen)
- pouvoir aller (kunnen gaan)
- devoir étudier (moeten studeren)
2. Na voorzetsels zoals “à” en “de”
Het gebruik van de infinitief na voorzetsels is een typisch kenmerk van het Frans:
- J’apprends à parler français. (Ik leer Frans spreken.)
- Il a oublié de fermer la porte. (Hij is vergeten de deur te sluiten.)
3. Als gebiedende wijs (impersonaal)
De infinitief wordt gebruikt voor algemene bevelen en instructies, vooral op borden of in handleidingen:
- Ne pas fumer. (Niet roken.)
- Appuyer sur le bouton. (Op de knop drukken.)
4. Als onderwerp of lijdend voorwerp
De infinitief kan in het Frans functioneren als onderwerp of als lijdend voorwerp:
- Travailler est important. (Werken is belangrijk.)
- Il aime chanter. (Hij houdt van zingen.)
Infinitiefconstructies: à + infinitief en de + infinitief
Een veelvoorkomende moeilijkheid voor Nederlandse leerders is het correcte gebruik van “à” en “de” voor de infinitief. Dit hangt af van het hoofdwerkwoord in de zin.
Wanneer gebruik je “à + infinitief”?
Na werkwoorden die een bedoeling of doel uitdrukken:
- commencer à (beginnen met)
- apprendre à (leren om)
- réussir à (erin slagen om)
Voorbeeld: Il commence à lire. (Hij begint te lezen.)
Wanneer gebruik je “de + infinitief”?
Na werkwoorden die een verplichting, wens of gevoel uitdrukken:
- arrêter de (ophouden met)
- essayer de (proberen om)
- avoir envie de (zin hebben om)
Voorbeeld: J’essaie de comprendre. (Ik probeer te begrijpen.)
Valkuilen en veelgemaakte fouten met de Franse infinitief
De Franse infinitief lijkt op het eerste gezicht eenvoudig, maar kent een aantal typische valkuilen:
- Verwarring over à of de: Niet alle werkwoorden volgen dezelfde regel. Een woordenboek of een oefenplatform als Talkpal helpt bij het onthouden.
- Vergeten van de infinitief na voorzetsels: In het Frans mag je nooit een vervoegde vorm gebruiken na een voorzetsel, altijd de infinitief.
- Letterlijke vertalingen uit het Nederlands: Structuren als “om te” of “door te” worden in het Frans anders opgebouwd.
Infinitief als samengestelde vorm: passé en futur proche
Soms zie je de infinitief in samengestelde tijden:
Passé récent + infinitief
Venir de + infinitief betekent “zojuist iets hebben gedaan”:
- Je viens de manger. (Ik heb zojuist gegeten.)
Futur proche + infinitief
Aller + infinitief wordt gebruikt voor nabije toekomst:
- Je vais partir. (Ik ga vertrekken.)
Infinitiefconstructies met wederkerende werkwoorden
Bij wederkerende werkwoorden komt het wederkerend voornaamwoord vóór de infinitief:
- Je vais me lever. (Ik ga opstaan.)
- Nous devons nous dépêcher. (We moeten ons haasten.)
Handige tips om de Franse infinitief te leren
- Oefen veel met combinaties van werkwoorden en voorzetsels, bijvoorbeeld via digitale platforms als Talkpal.
- Maak lijstjes van werkwoorden die à of de vragen en herhaal deze regelmatig.
- Lees Franse teksten en let op het gebruik van de infinitief in context.
- Gebruik flashcards of apps om de basisvormen van werkwoorden te automatiseren.
Conclusie: De sleutel tot vloeiend Frans met de infinitief
De infinitief is een onmisbare schakel in de Franse grammatica. Door te begrijpen wanneer en hoe je de infinitief gebruikt, leg je een solide basis voor correcte en natuurlijke Franse zinnen. Platforms zoals Talkpal maken het leren van de infinitief leuk en interactief, met oefeningen die je direct in de praktijk kunt brengen. Of je nu simpele zinnen wilt vormen of complexe uitdrukkingen wilt begrijpen, beheersing van de Franse infinitief brengt je een stap dichter bij vloeiend Frans. Blijf oefenen, wees alert op typische valkuilen, en maak slim gebruik van moderne leermiddelen voor het beste resultaat!