Goedemorgen – शुभ प्रभात (Good morning)
“Goedemorgen! Hoe gaat het?”

Goedenavond – शुभ संध्या (Good evening)
“Goedenavond, mag ik de menukaart zien?”

Alstublieft – कृपया (Please)
“Kunt u mij alstublieft helpen?”

Dank u wel – धन्यवाद (Thank you)
“Dank u wel voor uw hulp.”

Ja – हां (Yes)
“Ja, ik wil dat.”

Nee – नहीं (No)
“Nee, ik wil dat niet.”

Hoe gaat het? – आप कैसे हैं? (How are you?)
“Hoe gaat het met jou?”

Ik begrijp het niet – मैं समझा नहीं (I don’t understand)
“Kunt u dat herhalen? Ik begrijp het niet.”

Kunt u dat herhalen? – क्या आप इसे दोहरा सकते हैं? (Can you repeat that?)
“Ik heb het niet gehoord, kunt u dat herhalen?”

Wat kost dit? – इसकी कीमत क्या है? (How much does this cost?)
“Wat kost dit boek?”

Waar is de wc? – शौचालय कहाँ है? (Where is the toilet?)
“Excuseer, waar is de wc?”

Kan ik de rekening krijgen? – क्या मैं बिल प्राप्त कर सकता हूँ? (Can I get the bill?)
“Kan ik de rekening krijgen, alstublieft?”

Ik wil graag… – मैं चाहूंगा… (I would like…)
“Ik wil graag twee koffie, alstublieft.”

Spreekt u Engels? – क्या आप अंग्रेजी बोलते हैं? (Do you speak English?)
“Spreekt u Engels? Ik begrijp geen Nederlands.”

ये वाक्यांश आपको डच भाषी लोगों के साथ मूल संचार करने में मदद करेंगे। इन्हें याद रखने की कोशिश करें और जब भी संभव हो, इनका उपयोग करें ताकि आपका अनुभव और भी समृद्ध हो सके। डच भाषा सीखने का अभ्यास जितना अधिक करेंगे, आप उतने ही अधिक सक्षम होंगे।