Oefening 1: Enkelvoudige zelfstandig naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden
1. El cotxe *vermell* és molt ràpid. (Let op: ‘cotxe’ is mannelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
2. La casa *gran* està a la cantonada. (Let op: ‘casa’ is vrouwelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
3. El llibre *nou* és interessant. (Let op: ‘llibre’ is mannelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
4. La flor *bonica* perfuma la sala. (Let op: ‘flor’ is vrouwelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
5. El gos *negre* juga al parc. (Let op: ‘gos’ is mannelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
6. La taula *petita* és de fusta. (Let op: ’taula’ is vrouwelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
7. El nen *feliz* juga amb la pilota. (Let op: ‘nen’ is mannelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
8. La ciutat *vella* té molts monuments. (Let op: ‘ciutat’ is vrouwelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
9. El carrer *ample* és tranquil. (Let op: ‘carrer’ is mannelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
10. La porta *blanca* està oberta. (Let op: ‘porta’ is vrouwelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
2. La casa *gran* està a la cantonada. (Let op: ‘casa’ is vrouwelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
3. El llibre *nou* és interessant. (Let op: ‘llibre’ is mannelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
4. La flor *bonica* perfuma la sala. (Let op: ‘flor’ is vrouwelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
5. El gos *negre* juga al parc. (Let op: ‘gos’ is mannelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
6. La taula *petita* és de fusta. (Let op: ’taula’ is vrouwelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
7. El nen *feliz* juga amb la pilota. (Let op: ‘nen’ is mannelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
8. La ciutat *vella* té molts monuments. (Let op: ‘ciutat’ is vrouwelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
9. El carrer *ample* és tranquil. (Let op: ‘carrer’ is mannelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
10. La porta *blanca* està oberta. (Let op: ‘porta’ is vrouwelijk enkelvoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
Oefening 2: Meervoudige zelfstandig naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden
1. Els cotxes *vermells* són molt ràpids. (Let op: ‘cotxes’ is mannelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
2. Les cases *grans* estan a la cantonada. (Let op: ‘cases’ is vrouwelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
3. Els llibres *nous* són interessants. (Let op: ‘llibres’ is mannelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
4. Les flors *belles* perfumen la sala. (Let op: ‘flors’ is vrouwelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
5. Els gossos *negres* juguen al parc. (Let op: ‘gossos’ is mannelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
6. Les taules *petites* són de fusta. (Let op: ’taules’ is vrouwelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
7. Els nens *feliços* juguen amb la pilota. (Let op: ‘nens’ is mannelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
8. Les ciutats *velles* tenen molts monuments. (Let op: ‘ciutats’ is vrouwelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
9. Els carrers *amples* són tranquils. (Let op: ‘carrers’ is mannelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
10. Les portes *blanques* estan obertes. (Let op: ‘portes’ is vrouwelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
2. Les cases *grans* estan a la cantonada. (Let op: ‘cases’ is vrouwelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
3. Els llibres *nous* són interessants. (Let op: ‘llibres’ is mannelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
4. Les flors *belles* perfumen la sala. (Let op: ‘flors’ is vrouwelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
5. Els gossos *negres* juguen al parc. (Let op: ‘gossos’ is mannelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
6. Les taules *petites* són de fusta. (Let op: ’taules’ is vrouwelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
7. Els nens *feliços* juguen amb la pilota. (Let op: ‘nens’ is mannelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
8. Les ciutats *velles* tenen molts monuments. (Let op: ‘ciutats’ is vrouwelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
9. Els carrers *amples* són tranquils. (Let op: ‘carrers’ is mannelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
10. Les portes *blanques* estan obertes. (Let op: ‘portes’ is vrouwelijk meervoud, kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.)
