Oefening 1: Passieve vorm in onpersoonlijke zinnen
1. Suomessa *syödään* paljon kalaa. (Gebruik de passieve vorm van ‘syödä’ – eten)
2. Täällä *puhutaan* suomea. (Gebruik de passieve vorm van ‘puhua’ – spreken)
3. Kouluissa *opiskellaan* ahkerasti. (Gebruik de passieve vorm van ‘opiskella’ – studeren)
4. Ravintolassa *tarjotaan* herkullista ruokaa. (Gebruik de passieve vorm van ’tarjota’ – aanbieden)
5. Tämä kirja *luetaan* monissa maissa. (Gebruik de passieve vorm van ‘lukea’ – lezen)
6. Joka talvi *lunta sataa*. (Gebruik de passieve vorm van ‘sataa’ – vallen (over neerslag))
7. Suomessa *juodaan* paljon kahvia. (Gebruik de passieve vorm van ‘juoda’ – drinken)
8. Taloa *remontoidaan* parhaillaan. (Gebruik de passieve vorm van ‘remontoida’ – renoveren)
9. Täällä *asutaan* rauhallisesti. (Gebruik de passieve vorm van ‘asua’ – wonen)
10. Elokuvia *näytetään* teatterissa. (Gebruik de passieve vorm van ‘näyttää’ – tonen)
2. Täällä *puhutaan* suomea. (Gebruik de passieve vorm van ‘puhua’ – spreken)
3. Kouluissa *opiskellaan* ahkerasti. (Gebruik de passieve vorm van ‘opiskella’ – studeren)
4. Ravintolassa *tarjotaan* herkullista ruokaa. (Gebruik de passieve vorm van ’tarjota’ – aanbieden)
5. Tämä kirja *luetaan* monissa maissa. (Gebruik de passieve vorm van ‘lukea’ – lezen)
6. Joka talvi *lunta sataa*. (Gebruik de passieve vorm van ‘sataa’ – vallen (over neerslag))
7. Suomessa *juodaan* paljon kahvia. (Gebruik de passieve vorm van ‘juoda’ – drinken)
8. Taloa *remontoidaan* parhaillaan. (Gebruik de passieve vorm van ‘remontoida’ – renoveren)
9. Täällä *asutaan* rauhallisesti. (Gebruik de passieve vorm van ‘asua’ – wonen)
10. Elokuvia *näytetään* teatterissa. (Gebruik de passieve vorm van ‘näyttää’ – tonen)
Oefening 2: Onpersoonlijke zinnen met modaaliverba en raken-verba
1. Tässä huoneessa *pitäisi* olla hiljaista. (Gebruik de juiste vorm van ‘pitää’ om noodzaak aan te geven)
2. Ulkona *tulee* kylmä. (Gebruik de onpersoonlijke vorm van ’tulla’ – worden)
3. Minua *paleli* eilen. (Gebruik de onpersoonlijke vorm van ‘palella’ – het koud hebben)
4. Tänään *saa* mennä aikaisin nukkumaan. (Gebruik de passieve vorm van ‘saada’ – mogen)
5. Huoneessa *kuumenee* nopeasti. (Gebruik de onpersoonlijke vorm van ‘kuumentua’ – warm worden)
6. Ulkona *pakkasta* on paljon. (Gebruik de onpersoonlijke vorm van ‘olla’ voor temperatuur)
7. Sinua *sattuu* päätä. (Gebruik de onpersoonlijke vorm van ‘sattua’ – pijn doen)
8. Täällä *voisi* tehdä töitä. (Gebruik de juiste vorm van ‘voida’ om mogelijkheid uit te drukken)
9. Minua *väsyttää* kovasti. (Gebruik de onpersoonlijke vorm van ‘väsyttää’ – moe zijn)
10. Huoneessa *tuulee* kovasti. (Gebruik de onpersoonlijke vorm van ’tuulla’ – waaien)
2. Ulkona *tulee* kylmä. (Gebruik de onpersoonlijke vorm van ’tulla’ – worden)
3. Minua *paleli* eilen. (Gebruik de onpersoonlijke vorm van ‘palella’ – het koud hebben)
4. Tänään *saa* mennä aikaisin nukkumaan. (Gebruik de passieve vorm van ‘saada’ – mogen)
5. Huoneessa *kuumenee* nopeasti. (Gebruik de onpersoonlijke vorm van ‘kuumentua’ – warm worden)
6. Ulkona *pakkasta* on paljon. (Gebruik de onpersoonlijke vorm van ‘olla’ voor temperatuur)
7. Sinua *sattuu* päätä. (Gebruik de onpersoonlijke vorm van ‘sattua’ – pijn doen)
8. Täällä *voisi* tehdä töitä. (Gebruik de juiste vorm van ‘voida’ om mogelijkheid uit te drukken)
9. Minua *väsyttää* kovasti. (Gebruik de onpersoonlijke vorm van ‘väsyttää’ – moe zijn)
10. Huoneessa *tuulee* kovasti. (Gebruik de onpersoonlijke vorm van ’tuulla’ – waaien)
