Oefening 1: Attributieve bijvoeglijke naamwoorden in het Onbepaalde Enkelvoud
1. Jeg har en *stor* bil. (Hint: Gebruik de onbepaalde vorm van het bijvoeglijk naamwoord voor een mannelijk zelfstandig naamwoord.)
2. Hun kjøpte en *rød* kjole. (Hint: Onbepaalde vorm bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord.)
3. Vi ser et *nytt* hus. (Hint: Onbepaalde vorm bij een onzijdig zelfstandig naamwoord.)
4. Han har en *gammel* bok. (Hint: Onbepaalde vorm voor mannelijk zelfstandig naamwoord.)
5. Jeg finner en *interessant* artikkel. (Hint: Onbepaalde vorm bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord.)
6. De bor i et *lite* hus. (Hint: Onbepaalde vorm voor onzijdig zelfstandig naamwoord.)
7. Hun har en *vakker* hund. (Hint: Onbepaalde vorm bij mannelijk zelfstandig naamwoord.)
8. Jeg ser en *lang* vei. (Hint: Onbepaalde vorm bij vrouwelijk zelfstandig naamwoord.)
9. Vi kjøpte et *gammelt* kart. (Hint: Onbepaalde vorm bij onzijdig zelfstandig naamwoord.)
10. Han har en *ny* jobb. (Hint: Onbepaalde vorm bij mannelijk zelfstandig naamwoord.)
2. Hun kjøpte en *rød* kjole. (Hint: Onbepaalde vorm bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord.)
3. Vi ser et *nytt* hus. (Hint: Onbepaalde vorm bij een onzijdig zelfstandig naamwoord.)
4. Han har en *gammel* bok. (Hint: Onbepaalde vorm voor mannelijk zelfstandig naamwoord.)
5. Jeg finner en *interessant* artikkel. (Hint: Onbepaalde vorm bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord.)
6. De bor i et *lite* hus. (Hint: Onbepaalde vorm voor onzijdig zelfstandig naamwoord.)
7. Hun har en *vakker* hund. (Hint: Onbepaalde vorm bij mannelijk zelfstandig naamwoord.)
8. Jeg ser en *lang* vei. (Hint: Onbepaalde vorm bij vrouwelijk zelfstandig naamwoord.)
9. Vi kjøpte et *gammelt* kart. (Hint: Onbepaalde vorm bij onzijdig zelfstandig naamwoord.)
10. Han har en *ny* jobb. (Hint: Onbepaalde vorm bij mannelijk zelfstandig naamwoord.)
Oefening 2: Attributieve bijvoeglijke naamwoorden in het Bepaalde Enkelvoud
1. Jeg ser den *store* bilen. (Hint: Bepaalde vorm van het bijvoeglijk naamwoord bij mannelijk zelfstandig naamwoord met bepaald lidwoord.)
2. Hun liker den *røde* kjolen. (Hint: Bepaalde vorm bij vrouwelijk zelfstandig naamwoord.)
3. Vi bor i det *nye* huset. (Hint: Bepaalde vorm bij onzijdig zelfstandig naamwoord.)
4. Han leser den *gamle* boken. (Hint: Bepaalde vorm bij mannelijk zelfstandig naamwoord.)
5. Jeg leser den *interessante* artikkelen. (Hint: Bepaalde vorm bij vrouwelijk zelfstandig naamwoord.)
6. De maler det *lille* huset. (Hint: Bepaalde vorm bij onzijdig zelfstandig naamwoord.)
7. Hun ser på den *vakre* hunden. (Hint: Bepaalde vorm bij mannelijk zelfstandig naamwoord.)
8. Vi kjører langs den *lange* veien. (Hint: Bepaalde vorm bij vrouwelijk zelfstandig naamwoord.)
9. De studerer det *gamle* kartet. (Hint: Bepaalde vorm bij onzijdig zelfstandig naamwoord.)
10. Han elsker den *nye* jobben. (Hint: Bepaalde vorm bij mannelijk zelfstandig naamwoord.)
2. Hun liker den *røde* kjolen. (Hint: Bepaalde vorm bij vrouwelijk zelfstandig naamwoord.)
3. Vi bor i det *nye* huset. (Hint: Bepaalde vorm bij onzijdig zelfstandig naamwoord.)
4. Han leser den *gamle* boken. (Hint: Bepaalde vorm bij mannelijk zelfstandig naamwoord.)
5. Jeg leser den *interessante* artikkelen. (Hint: Bepaalde vorm bij vrouwelijk zelfstandig naamwoord.)
6. De maler det *lille* huset. (Hint: Bepaalde vorm bij onzijdig zelfstandig naamwoord.)
7. Hun ser på den *vakre* hunden. (Hint: Bepaalde vorm bij mannelijk zelfstandig naamwoord.)
8. Vi kjører langs den *lange* veien. (Hint: Bepaalde vorm bij vrouwelijk zelfstandig naamwoord.)
9. De studerer det *gamle* kartet. (Hint: Bepaalde vorm bij onzijdig zelfstandig naamwoord.)
10. Han elsker den *nye* jobben. (Hint: Bepaalde vorm bij mannelijk zelfstandig naamwoord.)
