1. Het is belangrijk dat hij *komt* op tijd. (Verbissä ilmaistaan toive tai vaatimus)
2. Ik wens dat zij *blijft* bij ons. (Toivomus, subjunktiivin merkki)
3. Het is noodzakelijk dat jij *werkt* hard vandaag. (Vaatimus tai ehdollisuus)
4. Zij vraagt dat wij *helpen* met het project. (Pyyntö, subjunktiivin käyttö)
5. Het is mogelijk dat hij *weet* het antwoord. (Epävarmuutta ilmaiseva rakenne)
6. Ik hoop dat jullie *komen* naar het feest. (Toive)
7. De docent verlangt dat de studenten *studeren* elke dag. (Vaatimus)
8. Het is wenselijk dat iedereen *praat* Nederlands in de les. (Toivomus)
9. Als ik rijk was, zou ik een huis *kopen*. (Ehdollinen lause)
10. Het is belangrijk dat zij *doet* haar huiswerk op tijd. (Vaatimus subjunktiivissa)

1. Het is jammer dat hij niet *kan* komen. (Epävarmuus tai tunne)
2. Wij hopen dat jij *hebt* een fijne dag. (Toive)
3. Het is noodzakelijk dat zij *spreekt* duidelijk tijdens de presentatie. (Vaatimus)
4. Ik wens dat hij *doet* zijn best op school. (Toive)
5. Het is belangrijk dat wij *zijn* op tijd voor de vergadering. (Vaatimus)
6. Als het regent, zou ik thuis *blijven*. (Ehdollinen lause)
7. Zij vraagt dat jij *helpt* met de voorbereidingen. (Pyyntö)
8. Het is mogelijk dat wij *vinden* een oplossing. (Epävarmuus)
9. Ik hoop dat hij *komt* morgen naar de bijeenkomst. (Toive)
10. Het is wenselijk dat iedereen *neemt* deel aan de discussie. (Toivomus)