Passiiviset harjoitukset 1: Preesens ja imperfekti
2. De brieven *werden* gisteren verstuurd. (imperfekti, lähetettiin)
3. De kamer *wordt* elke dag schoongemaakt. (preesens, siivotaan)
4. De appels *werden* door de kinderen gegeten. (imperfekti, syötiin)
5. Het huis *wordt* door een architect ontworpen. (preesens, suunnitellaan)
6. De e-mails *werden* snel beantwoord. (imperfekti, vastattiin)
7. De taken *worden* door iedereen gedeeld. (preesens, jaetaan)
8. De fouten *werden* door de leraar gecorrigeerd. (imperfekti, korjattiin)
9. De auto *wordt* door mijn vader gerepareerd. (preesens, korjataan)
10. De posters *werden* overal opgehangen. (imperfekti, kiinnitettiin)
Passiiviset harjoitukset 2: Perfekti ja futuuri
2. De opdracht *zal* morgen worden besproken. (futuuri, tullaan käsittelemään)
3. De maaltijd *is* door de kok bereid. (perfekti, valmistettu)
4. De plannen *zullen* binnenkort worden gepresenteerd. (futuuri, tullaan esittelemään)
5. De facturen *zijn* al betaald. (perfekti, maksettu)
6. De resultaten *zullen* na het examen worden bekendgemaakt. (futuuri, tullaan julkaisemaan)
7. De uitnodigingen *zijn* verzonden. (perfekti, lähetetty)
8. De wijzigingen *zullen* spoedig worden doorgevoerd. (futuuri, tullaan toteuttamaan)
9. De documenten *zijn* zorgvuldig gecontroleerd. (perfekti, tarkistettu)
10. De vraag *zal* later worden beantwoord. (futuuri, tullaan vastaamaan)