Het leren van een nieuwe taal kan een spannende en verrijkende ervaring zijn. Wales, met zijn rijke geschiedenis en cultuur, heeft zijn eigen unieke taal: het Welsh. Hoewel Welsh misschien niet zo wijdverspreid is als andere Europese talen, is het leren ervan een geweldige manier om een diepere waardering te krijgen voor de cultuur en de mensen van Wales. In dit artikel zullen we enkele van de belangrijkste Welshe woorden en zinnen bespreken die u moet kennen als beginner.

Basisbegroetingen en beleefdheidsuitdrukkingen

Een goede manier om te beginnen met het leren van Welsh is door de basisbegroetingen en beleefdheidsuitdrukkingen onder de knie te krijgen. Deze woorden en zinnen zullen u helpen om eenvoudige gesprekken te voeren en een goede indruk te maken op de lokale bevolking.

Hallo – Helo
Goedemorgen – Bore da
Goedenavond – Noswaith dda
Tot ziens – Hwyl fawr
Alsjeblieft – Os gwelwch yn dda
Dank u – Diolch
Ja – Ie
Nee – Na

Vragen stellen en antwoorden

Om een gesprek op gang te houden, is het belangrijk om te weten hoe je vragen moet stellen en hoe je daarop kunt antwoorden. Hier zijn enkele essentiële zinnen:

Hoe gaat het? – Sut mae?
Goed, dank u. – Da iawn, diolch.
Wat is uw naam? – Beth ydy eich enw chi?
Mijn naam is… – Fy enw i ydy…
Waar komt u vandaan? – O ble da chi’n dod?
Ik kom uit Nederland. – Dw i’n dod o’r Iseldiroedd.

Getallen en tellen

Het kennen van getallen is cruciaal voor verschillende dagelijkse activiteiten, zoals winkelen, afspraken maken en reizen. Hier zijn de basisgetallen in Welsh:

1 – Un
2 – Dau
3 – Tri
4 – Pedwar
5 – Pump
6 – Chwech
7 – Saith
8 – Wyth
9 – Naw
10 – Deg

Het is ook nuttig om te weten hoe je tientallen en honderden moet zeggen:

20 – Ugain
30 – Deg ar hugain
40 – Deugain
50 – Hanner cant
60 – Chwe deg
70 – Saith deg
80 – Wyth deg
90 – Naw deg
100 – Cant

Dagen van de week en maanden van het jaar

Het kennen van de dagen van de week en de maanden van het jaar kan u helpen bij het maken van plannen en afspraken.

Maandag – Dydd Llun
Dinsdag – Dydd Mawrth
Woensdag – Dydd Mercher
Donderdag – Dydd Iau
Vrijdag – Dydd Gwener
Zaterdag – Dydd Sadwrn
Zondag – Dydd Sul

De maanden van het jaar in Welsh zijn als volgt:

Januari – Ionawr
Februari – Chwefror
Maart – Mawrth
April – Ebrill
Mei – Mai
Juni – Mehefin
Juli – Gorffennaf
Augustus – Awst
September – Medi
Oktober – Hydref
November – Tachwedd
December – Rhagfyr

Enkele nuttige zinnen

Naast begroetingen en beleefdheidsuitdrukkingen zijn er nog veel andere nuttige zinnen die u kunnen helpen in verschillende situaties.

Hoeveel kost dit? – Faint mae hyn yn costio?
Waar is de toilet? – Ble mae’r tŷ bach?
Ik begrijp het niet. – Dw i ddim yn deall.
Kun je het herhalen, alsjeblieft? – Allwch chi ailadrodd, os gwelwch yn dda?
Ik hou van Wales. – Dw i’n caru Cymru.
Ik spreek een beetje Welsh. – Dw i’n siarad ychydig bach o Gymraeg.

Basis werkwoorden

Het kennen van een paar basiswerkwoorden kan u helpen om eenvoudige zinnen te vormen. Hier zijn enkele van de meest voorkomende werkwoorden in Welsh:

Zijn – Bod
Hebben – Cael
Gaan – Mynd
Komen – Dod
Doen – Gwneud
Zeggen – Dweud
Weten – Gwybod

Voorbeelden van zinnen met werkwoorden

Om een beter begrip te krijgen van hoe deze werkwoorden in zinnen worden gebruikt, volgen hier enkele voorbeelden:

Ik ben blij. – Dw i’n hapus.
Hij heeft een auto. – Mae ganddo fe gar.
Wij gaan naar het park. – Rydyn ni’n mynd i’r parc.
Kom je morgen? – Wyt ti’n dod yfory?
Zij doet haar huiswerk. – Mae hi’n gwneud ei gwaith cartref.
Ik zeg de waarheid. – Dw i’n dweud y gwir.
Weet je het antwoord? – Wyt ti’n gwybod yr ateb?

Bijvoeglijke naamwoorden

Bijvoeglijke naamwoorden beschrijven of geven meer informatie over een zelfstandig naamwoord. Hier zijn enkele veelvoorkomende bijvoeglijke naamwoorden in Welsh:

Groot – Mawr
Klein – Bach
Mooi – Prydferth
Lelijk – Hyll
Snel – Cyflym
Traag – Araf
Nieuw – Newydd
Oud – Hen

Voorbeelden van zinnen met bijvoeglijke naamwoorden

Hier zijn enkele voorbeelden van hoe bijvoeglijke naamwoorden worden gebruikt in zinnen:

Het is een groot huis. – Mae’n dŷ mawr.
Hij heeft een kleine hond. – Mae ganddo fe gi bach.
Dit is een mooie bloem. – Dyma flodyn prydferth.
De auto is snel. – Mae’r car yn gyflym.
Dit is een oud boek. – Dyma lyfr hen.

Zelfstandige naamwoorden

Het leren van enkele basiszelfstandige naamwoorden kan u helpen om uw woordenschat uit te breiden. Hier zijn enkele veelvoorkomende zelfstandige naamwoorden in Welsh:

Huis – Tŷ
Auto – Car
Hond – Ci
Kat – Cath
Boek – Llyfr
School – Ysgol
Werk – Gwaith
Vriend – Ffrind

Voorbeelden van zinnen met zelfstandige naamwoorden

Hier zijn enkele voorbeelden van hoe zelfstandige naamwoorden in zinnen kunnen worden gebruikt:

Het huis is groot. – Mae’r tŷ yn fawr.
De auto is rood. – Mae’r car yn goch.
Mijn hond is vriendelijk. – Mae fy nghi yn gyfeillgar.
Ik lees een boek. – Dw i’n darllen llyfr.
Hij gaat naar school. – Mae e’n mynd i’r ysgol.

Levenssituaties

Het kennen van woorden en zinnen die nuttig zijn in verschillende levenssituaties kan uw leerervaring verrijken. Hier zijn enkele specifieke situaties en de bijbehorende woorden en zinnen.

Winkelen

Bij het winkelen kunt u de volgende zinnen gebruiken:

Ik wil dit kopen. – Dw i eisiau prynu hwn.
Hoeveel kost dit? – Faint mae hyn yn costio?
Heeft u dit in een andere maat? – Oes gennych chi hwn mewn maint arall?
Waar is de kassa? – Ble mae’r til?

Reizen

Als u door Wales reist, kunnen deze zinnen nuttig zijn:

Waar is het station? – Ble mae’r orsaf?
Hoe laat vertrekt de trein? – Faint o’r gloch mae’r trên yn gadael?
Ik wil een kaartje naar Cardiff. – Dw i eisiau tocyn i Gaerdydd.
Waar is het hotel? – Ble mae’r gwesty?

Eten en drinken

Wanneer u uit eten gaat of iets te drinken bestelt, kunt u deze zinnen gebruiken:

Ik wil een tafel voor twee. – Dw i eisiau bwrdd i ddau.
De menukaart, alsjeblieft. – Y fwydlen, os gwelwch yn dda.
Ik wil een glas water. – Dw i eisiau gwydraid o ddŵr.
De rekening, alsjeblieft. – Y bil, os gwelwch yn dda.

Conclusie

Het leren van Welsh kan een lonende ervaring zijn, vooral als u van plan bent om tijd door te brengen in Wales of als u meer wilt weten over de Welshe cultuur. Door deze basiswoorden en zinnen te leren, kunt u beginnen met het voeren van eenvoudige gesprekken en uw begrip van de taal vergroten. Vergeet niet om regelmatig te oefenen en in contact te komen met moedertaalsprekers om uw vaardigheden verder te verbeteren. Veel succes met uw taalleerreis!