De Present Perfect Simple is een veelgebruikte tijd in het Engels die een link tussen het verleden en het heden uitdrukt. Het wordt gebruikt om acties aan te geven die in het verleden zijn begonnen maar die relevant zijn voor het heden, of die recent zijn afgerond. Deze tijd is vooral uniek omdat hij niet direct een equivalent heeft in het Nederlands, wat soms voor verwarring kan zorgen bij het leren van het Engels.
Om de Present Perfect Simple te vormen, gebruiken we het hulpwerkwoord ‘have’ (of ‘has’ bij de derde persoon enkelvoud) gevolgd door het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. Een goed begrip van deze tijd is essentieel voor het spreken en schrijven in hedendaags Engels. In de volgende oefeningen zul je zelf de juiste vormen invullen om je kennis te testen en te verstevigen.
Oefening 1: Vul het ontbrekende woord in (Present Perfect Simple)
I *have* (aux. verb) watched that movie three times already.
She *has* (aux. verb) never been to Africa.
We *have* (aux. verb) just finished our homework.
He *has* (aux. verb) already eaten lunch, so he’s not hungry.
They *have* (aux. verb) lived in the same house for twenty years.
Mary *has* (aux. verb) lost her keys and can’t find them anywhere.
The children *have* (aux. verb) grown so much since last summer!
My friends *have* (aux. verb) visited many countries in Europe.
I *have* (aux. verb) never seen such a beautiful sunset before.
You *have* (aux. verb) worked here since 2010, haven’t you?
She *has* (aux. verb) written three books so far.
It *has* (aux. verb) rained a lot this month.
We *have* (aux. verb) been friends for over ten years.
He *has* (aux. verb) not decided what to do yet.
I *have* (aux. verb) always wanted to learn to play the piano.
Oefening 2: Kies het juiste voltooid deelwoord (Present Perfect Simple)
They *have finished* (participle) their work and are ready to go home.
She *has driven* (participle) her kids to school today because it’s raining.
I *have met* (participle) her only once at a conference last year.
We *have eaten* (participle) at this restaurant many times before.
He *has gone* (participle) to the store to buy some milk.
Mary *has taken* (participle) up yoga classes recently.
Our cat *has slept* (participle) all day on the sofa.
My brother *has written* (participle) several articles for the magazine.
You *have seen* (participle) that movie, but did you like it?
She *has spoken* (participle) to her boss about the issue, but there’s no resolution yet.
The children *have made* (participle) a mess in the living room!
He *has done* (participle) his best to fix the problem.
I *have read* (participle) all the books on that shelf.
You *have become* (participle) a very skilled painter over the years.
They *have told* (participle) everyone about their engagement.