Wanneer je een nieuwe taal leert, stuit je vaak op woorden die qua uitspraak of spelling erg op elkaar lijken, maar heel verschillende betekenissen hebben. In het Europees Portugees bestaat er zo’n verwarrend paar tussen de woorden calçar (aantrekken, in het bijzonder van schoenen) en causar (veroorzaken). Het correct gebruik en onderscheid tussen deze twee kan essentieel zijn in dagelijkse conversaties.
De betekenis van ‘calçar’
Het werkwoord calçar wordt gebruikt wanneer men spreekt over het aantrekken van schoeisel. Dit kan van alles zijn, van schoenen en laarzen tot sandalen en slippers. Het is belangrijk om te benadrukken dat dit werkwoord specifiek gericht is op de actie van het aantrekken van iets aan de voeten.
Vou calçar os meus sapatos novos para a festa. (Ik ga mijn nieuwe schoenen aantrekken voor het feest.)
De betekenis van ‘causar’
Aan de andere kant hebben we het werkwoord causar, wat ‘veroorzaken’ betekent. Dit kan gebruikt worden in een breed scala aan contexten, van het veroorzaken van fysieke effecten tot het veroorzaken van emoties of situaties.
A chuva causou uma grande enchente na cidade. (De regen veroorzaakte een grote overstroming in de stad.)
Waarom de verwarring?
De verwarring tussen ‘calçar’ en ‘causar’ komt vaak voort uit hun gelijkenis in uitspraak en spelling. Vooral voor beginners kan dit verwarrend zijn, aangezien de verschillen subtiel maar belangrijk zijn.
Gebruik in context
Context is koning wanneer je probeert te bepalen welk woord gepast is. Afhankelijk van wat je wilt uitdrukken, kies je voor calçar of causar.
Als je wilt zeggen dat je schoenen gaat aantrekken, gebruik je calçar:
Antes de sair, preciso calçar minhas botas porque está chovendo lá fora. (Voordat ik vertrek, moet ik mijn laarzen aantrekken omdat het buiten regent.)
Als je wilt beschrijven dat iets een effect heeft veroorzaakt, gebruik je causar:
O seu comentário causou muita confusão entre os colegas. (Je opmerking heeft veel verwarring veroorzaakt onder collega’s.)
Tips om ze uit elkaar te houden
Een goede manier om deze woorden uit elkaar te houden, is door associaties te maken met woorden die je al kent. Denk bij calçar aan ‘calçado’ (schoeisel) en bij causar aan ‘causa’ (oorzaak). Dit kan helpen om sneller het juiste woord te kiezen in de juiste context.
Veelvoorkomende fouten vermijden
Een veelvoorkomende fout is het gebruiken van calçar in een context waar causar bedoeld is, en vice versa. Door aandachtig te luisteren naar de context en de betekenis die je wilt overbrengen, kun je deze fouten minimaliseren.
Incorrect: Ele causou seus sapatos antes de sair. (Incorrect: Hij veroorzaakte zijn schoenen voordat hij vertrok.)
Correct: Ele calçou seus sapatos antes de sair. (Correct: Hij trok zijn schoenen aan voordat hij vertrok.)
Conclusie
Door aandacht te besteden aan de specifieke betekenissen en contexten waarin calçar en causar worden gebruikt, kun je deze verwarrende paren in het Europees Portugees effectief onderscheiden en correct gebruiken. Oefening, geduld en veel luisteren naar native sprekers zullen je vaardigheid in deze en andere aspecten van de taal verbeteren.