Stative Verbs Oefeningen voor Engelse grammatica

Benefit from advanced grammar exercise for language sparkle

Statische werkwoorden, ook wel bekend als staat-werkwoorden, zijn een belangrijk aspect van de Engelse grammatica. Ze beschrijven een toestand of situatie die constant is en verwijzen naar zaken zoals emoties, bezit, percepties en mentale processen. Voorbeelden van statische werkwoorden zijn ‘love’, ‘own’ en ‘believe’. Het is belangrijk om te weten dat statische werkwoorden meestal niet worden gebruikt in de continuous tijden omdat ze een toestand uitdrukken die niet tijdelijk of veranderlijk is. Deze oefeningen zijn bedoeld om het gebruik van statische werkwoorden in het Engels beter onder de knie te krijgen.

Door het invullen van de ontbrekende statische werkwoorden in de volgende zinnen, kunnen studenten hun kennis van deze werkwoorden versterken en hun vaardigheid in het gebruik van de Engelse taal verbeteren. Let goed op de context van de zin om te bepalen welk statisch werkwoord het meest geschikt is. Veel succes met het oefenen!

Oefening 1: Vul de juiste statische werkwoorden in

I *believe* (think) in fairies.

She *knows* (aware) the answer to the question.

Do you *understand* (comprehend) the difference?

John *owns* (possesses) three cars and a boat.

Jenny *likes* (enjoys) chocolate ice cream.

They *prefer* (favor) tea over coffee in the morning.

The cake *tastes* (flavor) delicious!

I *doubt* (question) he will come to the party.

Our teacher *hates* (dislikes) arriving late to class.

She *appreciates* (values) your help very much.

Their family *belongs* (affiliated) to a local community group.

These colors *mean* (signify) a lot to the local people.

He *deserves* (earns) the award for his hard work.

We *owe* (in debt) them a big favor for their assistance.

She *agrees* (consents) with the decision that was made.

Oefening 2: Kies het juiste statische werkwoord

It *seems* (appears) that it might rain today.

The book *contains* (includes) many interesting stories.

Do they *think* (believe) the project will be successful?

My parents *love* (adore) traveling to new places.

I *agree* (concur) with your opinion on that subject.

This soup *smells* (scent) like it has too much garlic in it.

Sarah *understands* (grasps) complex mathematics easily.

My brother always *forgets* (fails to remember) his keys.

We *need* (require) a new strategy for our business.

They *remember* (recall) the first time they met very clearly.

I *fear* (am afraid) there may be a mistake in the report.

She *dislikes* (opposes) the idea of moving to a different city.

Our dog *loves* (is fond of) playing fetch in the park.

He *thinks* (considers) that she is the most talented singer.

They *possess* (have) a rare collection of ancient coins.

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller