1. Als het regent, *blijf* ik thuis.（「もし雨が降ったら、私は家にいます。」現在時制の動詞を使う）
2. Als jij hard *werkt*, krijg je een beloning.（「もし君が一生懸命働いたら、報酬がもらえる。」現在形の動詞を使う）
3. Als hij te laat *komt*, begint de les zonder hem.（「もし彼が遅れたら、授業は彼抜きで始まる。」現在形を使う）
4. Als wij *hebben* tijd, maken we een wandeling.（「もし私たちに時間があれば、散歩をする。」現在形の動詞）
5. Als jij *weet* het antwoord, vertel het dan.（「もし君が答えを知っているなら、教えてください。」現在形の動詞）
6. Als zij *zijn* ziek, blijven ze in bed.（「もし彼らが病気なら、ベッドで休む。」現在形の動詞）
7. Als ik genoeg geld *heb*, koop ik een nieuwe fiets.（「もし十分なお金があれば、新しい自転車を買う。」現在形の動詞）
8. Als de zon *schijnt*, ga ik naar het park.（「もし太陽が輝いていれば、公園に行く。」現在形の動詞）
9. Als jullie *luisteren* goed, leren jullie snel.（「もし君たちがよく聞けば、早く学べる。」現在形の動詞）
10. Als het *wordt* donker, gaan we naar huis.（「もし暗くなったら、家に帰る。」現在形の動詞）

1. Als hij gisteren *was* gekomen, hadden we gefeest.（「もし彼が昨日来ていたら、私たちはパーティーをしただろう。」過去形の動詞を使う）
2. Als ik meer tijd *had*, zou ik meer lezen.（「もしもっと時間があったら、もっと読書をするのに。」過去形の動詞）
3. Als jij harder *had gewerkt*, was je geslaagd.（「もし君がもっと一生懸命働いていたら、合格していただろう。」過去完了形）
4. Als wij eerder *waren* vertrokken, hadden we de trein gehaald.（「もし私たちがもっと早く出発していたら、電車に間に合っただろう。」過去形の動詞）
5. Als zij niet ziek *was* geweest, was ze meegegaan.（「もし彼女が病気でなかったら、同行していただろう。」過去完了形）
6. Als het niet *had geregend*, waren we buiten gebleven.（「もし雨が降らなかったら、外にいたのに。」過去完了形）
7. Als ik jou *had gezien*, had ik gegroet.（「もし君に会っていたら、挨拶しただろう。」過去形の動詞）
8. Als zij harder *had gezongen*, hadden we gewonnen.（「もし彼女がもっと上手に歌っていたら、勝っていただろう。」過去完了形）
9. Als jullie niet zo laat *waren* gekomen, hadden we meer tijd gehad.（「もし君たちがそんなに遅く来なければ、もっと時間があったのに。」過去形の動詞）
10. Als ik dat eerder *had geweten*, had ik je geholpen.（「もしそれをもっと早く知っていたら、助けたのに。」過去完了形）