医療現場でよく使用されるオランダ語の医学用語について学びましょう。これらの用語は、医療関連の職に就いている方や、オランダで医療サービスを利用する際に非常に役立ちます。

arts（医師）
オランダ語で「医師」を意味する言葉です。
Mijn moeder is een zeer bekwame arts.

ziekenhuis（病院）
病気や怪我の人々が治療を受ける場所。
Hij wordt morgen in het ziekenhuis opgenomen.

verpleegkundige（看護師）
医師の指示のもとで患者のケアを提供する医療従事者。
De verpleegkundige heeft vandaag goed voor mijn vader gezorgd.

apotheek（薬局）
医薬品やその他の健康関連商品を販売する店。
Ik moet naar de apotheek om mijn recept te halen.

chirurg（外科医）
手術を行う医師。
De chirurg zal de operatie morgen uitvoeren.

diagnose（診断）
医師が病気や問題を特定するプロセス。
De arts stelde een nauwkeurige diagnose.

behandeling（治療）
病気や障害を治療するための医療行為。
De behandeling voor zijn aandoening is zeer effectief.

operatiekamer（手術室）
手術が行われる部屋。
De patiënt is naar de operatiekamer gebracht.

patiënt（患者）
医療の対象となる人。
De patiënt herstelt goed van de ingreep.

recept（処方箋）
医師が薬局に対して書く、薬の処方に関する指示書。
Ik heb het recept bij de apotheek ingeleverd.

spoedeisende hulp（救急部）
緊急の医療が必要な場合に対応する病院の部署。
Hij werd onmiddellijk naar de spoedeisende hulp gebracht na het ongeluk.

medicijn（薬）
病気の治療や予防に使用される物質。
Dit medicijn moet drie keer per dag worden ingenomen.

zorgverzekering（健康保険）
医療費の一部または全部をカバーするための保険。
Mijn zorgverzekering dekt deze behandeling.

symptoom（症状）
病気や障害の存在を示す身体的または精神的な兆候。
Koorts is een veel voorkomend symptoom van griep.

これらのオランダ語の医学用語を理解し、覚えることで、医療現場でのコミュニケーションがよりスムーズになるでしょう。日常生活でこれらの言葉を使ってみることで、より自然に使えるようになります。