Learn languages faster with AI

Learn 5x faster!

+ 52 Languages
Start learning

Simple Past/Past Perfect-Übungen zur niederländischen Grammatik

In diesen Übungen zum Simple Past und Past Perfect im Niederländischen üben Sie, die richtige Vergangenheitsform zu verwenden. Das Simple Past beschreibt abgeschlossene Handlungen in der Vergangenheit, während das Past Perfect eine Handlung beschreibt, die vor einer anderen vergangenen Handlung stattfand. Achten Sie auf Signalwörter und die richtige Verbform.

The most efficient way to learn a language

Try Talkpal for free

Übung 1: Simple Past oder Past Perfect – Erkennen und anwenden

1. Toen ik aankwam, *was* hij al vertrokken. (Hinweis: Past Perfect für die zuerst abgeschlossene Handlung)
2. Zij *ging* gisteren naar de markt. (Hinweis: Simple Past für eine abgeschlossene Handlung in der Vergangenheit)
3. We *hadden* het boek al gelezen voordat de les begon. (Hinweis: Past Perfect, Handlung vor einer anderen in der Vergangenheit)
4. Jij *speelde* vorige week voetbal met je vrienden. (Hinweis: Simple Past bei einem bestimmten Zeitpunkt in der Vergangenheit)
5. Hij *had* het eten al gemaakt toen ik thuis kwam. (Hinweis: Past Perfect, Handlung vor einer anderen in der Vergangenheit)
6. Zij *wachten* niet lang voordat de trein aankwam. (Hinweis: Simple Past für abgeschlossene Handlung, korrekte Form: *wachtte*)
7. De kinderen *speelden* de hele middag buiten. (Hinweis: Simple Past für eine abgeschlossene Handlung)
8. We *hadden* al gegeten toen de gasten arriveerden. (Hinweis: Past Perfect vor einer anderen vergangenen Handlung)
9. Jij *zag* die film al twee keer. (Hinweis: Simple Past für abgeschlossene Handlung)
10. Hij *was* moe omdat hij niet geslapen had. (Hinweis: Past Perfect für eine vorangegangene Handlung)

Übung 2: Satzbildung mit Simple Past und Past Perfect

1. Voordat ik naar bed ging, *had* ik mijn tanden gepoetst. (Hinweis: Past Perfect vor einer anderen Handlung in der Vergangenheit)
2. Zij *werd* gisteren ziek. (Hinweis: Simple Past, abgeschlossene Handlung)
3. We *waren* al vertrokken toen het begon te regenen. (Hinweis: Past Perfect, Handlung vor einem anderen Ereignis)
4. Jij *deed* je huiswerk snel af. (Hinweis: Simple Past für eine abgeschlossene Handlung)
5. Hij *had* zijn jas al aan voordat hij naar buiten ging. (Hinweis: Past Perfect vor einer anderen Handlung)
6. De leraar *legde* de lesstof duidelijk uit. (Hinweis: Simple Past für abgeschlossene Handlung)
7. We *hadden* de tickets gekocht voordat de voorstelling begon. (Hinweis: Past Perfect, Handlung vor einer anderen Handlung)
8. Zij *liep* naar het station toen het begon te sneeuwen. (Hinweis: Simple Past für eine Handlung in der Vergangenheit)
9. Ik *had* mijn sleutel verloren voordat ik thuis kwam. (Hinweis: Past Perfect vor einer anderen Handlung)
10. Jij *bakte* een taart voor het feest. (Hinweis: Simple Past, abgeschlossene Handlung)
Download talkpal app
Learn anywhere anytime

Talkpal is an AI-powered language tutor. It’s the most efficient way to learn a language. Chat about an unlimited amount of interesting topics either by writing or speaking while receiving messages with realistic voice.

QR Code
App Store Google Play
Get in touch with us

Talkpal is a GPT-powered AI language teacher. Boost your speaking, listening, writing, and pronunciation skills – Learn 5x Faster!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Languages

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot