감정과 감정을 표현하는 데 있어 언어의 역할은 매우 중요합니다. 각각의 언어마다 감정을 나타내는 독특한 방법이 있으며, 이 글에서는 네덜란드어로 감정을 표현하는 데 사용되는 주요 어휘들을 소개하고자 합니다. 네덜란드어 학습자들이 이 어휘들을 통해 더 풍부하고 정확한 표현을 할 수 있기를 바랍니다.
Blij – 기쁜
Ik ben blij dat je gekomen bent.
Verdrietig – 슬픈
Ze voelde zich verdrietig na het nieuws.
Boos – 화난
Hij werd boos toen hij de waarheid hoorde.
Bang – 두려운
Ze is bang om alleen thuis te zijn.
Verrast – 놀란
Ik was verrast door het onverwachte bezoek.
Bezig – 바쁜
Hij is altijd bezig met zijn werk.
Moe – 피곤한
Na de lange reis voelde ze zich erg moe.
Zenuwachtig – 긴장된
De student was zenuwachtig voor het examen.
Ontspannen – 이완된, 편안한
Op vakantie voelde hij zich eindelijk ontspannen.
Teleurgesteld – 실망한
Ze was teleurgesteld over de uitslag van de toets.
Enthousiast – 열정적인
De kinderen waren enthousiast over het uitje.
Gelukkig – 행복한
Ik voel me gelukkig als ik met vrienden ben.
Opgewonden – 흥분된
Hij was opgewonden over het nieuwe project.
Rustig – 차분한
Ze bleef rustig ondanks de stressvolle situatie.
Verdwaald – 길을 잃은
We waren verdwaald in de grote stad.
Geïrriteerd – 짜증난
Ze was geïrriteerd door het constante lawaai.
Bezorgd – 걱정된
De moeder was bezorgd over de gezondheid van haar kind.
Opgelucht – 안도한
Ik was opgelucht toen ik hoorde dat iedereen veilig was.
각각의 감정은 상황에 따라 다르게 사용될 수 있으며, 네덜란드어를 사용하는 환경에서는 이러한 단어들을 적절히 활용하여 자신의 감정을 표현하는 것이 중요합니다. 이 글이 네덜란드어 학습자들이 감정을 표현하는 데 도움이 되기를 바라며, 네덜란드어로의 의사소통 능력이 한층 더 향상되길 기대합니다. 각 단어와 예문을 충분히 연습하여 일상 대화에서 자연스럽게 사용할 수 있도록 노력해 보세요.