현재 가정법 형태 연습 1
1. Als ik rijk *was* (zijn의 과거형, 가정법) zou ik een groot huis kopen.
2. Hij *zou* (조동사, ~일 것이다) meer tijd hebben als hij niet zo druk was.
3. Als jij harder *werkte* (werken의 과거형, 가정법), zou je beter resultaat hebben.
4. Wij *zouden* (조동사, ~일 것이다) eerder vertrekken als het niet regende.
5. Als zij hier *waren* (zijn의 과거형, 가정법), zouden ze ons kunnen helpen.
6. Jij *zou* (조동사, ~일 것이다) meer begrijpen als je beter luisterde.
7. Als het vandaag niet *was* (zijn의 과거형, 가정법) zo koud, gingen we naar het park.
8. Ik *zou* (조동사, ~일 것이다) graag meegaan als ik tijd had.
9. Als zij meer oefenden, *zouden* (조동사, ~일 것이다) ze sneller vooruitgang boeken.
10. Wij *waren* (zijn의 과거형, 가정법) blijer als het feest niet was afgelast.
2. Hij *zou* (조동사, ~일 것이다) meer tijd hebben als hij niet zo druk was.
3. Als jij harder *werkte* (werken의 과거형, 가정법), zou je beter resultaat hebben.
4. Wij *zouden* (조동사, ~일 것이다) eerder vertrekken als het niet regende.
5. Als zij hier *waren* (zijn의 과거형, 가정법), zouden ze ons kunnen helpen.
6. Jij *zou* (조동사, ~일 것이다) meer begrijpen als je beter luisterde.
7. Als het vandaag niet *was* (zijn의 과거형, 가정법) zo koud, gingen we naar het park.
8. Ik *zou* (조동사, ~일 것이다) graag meegaan als ik tijd had.
9. Als zij meer oefenden, *zouden* (조동사, ~일 것이다) ze sneller vooruitgang boeken.
10. Wij *waren* (zijn의 과거형, 가정법) blijer als het feest niet was afgelast.
현재 가정법 형태 연습 2
1. Als jij *was* (zijn의 과거형, 가정법) eerlijk geweest, hadden we het geweten.
2. Hij *zou* (조동사, ~일 것이다) meer sporten als hij fitter wilde worden.
3. Als wij meer geld *hadden* (hebben의 과거형, 가정법), zouden we op vakantie gaan.
4. Zij *zou* (조동사, ~일 것이다) beter slapen als ze minder koffie dronk.
5. Als de kinderen *waren* (zijn의 과거형, 가정법) gekomen, was het feest leuker geweest.
6. Ik *zou* (조동사, ~일 것이다) het boek lezen als ik tijd had.
7. Als jij meer aandacht *besteedde* (besteden의 과거형, 가정법), zou je minder fouten maken.
8. Wij *zouden* (조동사, ~일 것이다) het probleem oplossen als we samenwerken.
9. Als hij niet zo laat *kwam* (komen의 과거형, 가정법), was alles goed verlopen.
10. Jij *was* (zijn의 과거형, 가정법) gelukkiger geweest als je die baan had genomen.
2. Hij *zou* (조동사, ~일 것이다) meer sporten als hij fitter wilde worden.
3. Als wij meer geld *hadden* (hebben의 과거형, 가정법), zouden we op vakantie gaan.
4. Zij *zou* (조동사, ~일 것이다) beter slapen als ze minder koffie dronk.
5. Als de kinderen *waren* (zijn의 과거형, 가정법) gekomen, was het feest leuker geweest.
6. Ik *zou* (조동사, ~일 것이다) het boek lezen als ik tijd had.
7. Als jij meer aandacht *besteedde* (besteden의 과거형, 가정법), zou je minder fouten maken.
8. Wij *zouden* (조동사, ~일 것이다) het probleem oplossen als we samenwerken.
9. Als hij niet zo laat *kwam* (komen의 과거형, 가정법), was alles goed verlopen.
10. Jij *was* (zijn의 과거형, 가정법) gelukkiger geweest als je die baan had genomen.