네덜란드어 부정관사 연습 1
1. Ik heb *een* boek gekocht. (부정관사 ‘a’ 또는 ‘an’ 의미)
2. Zij drinkt *een* kopje koffie. (하나의 컵 의미)
3. Hij ziet *een* vogel in de boom. (하나의 새 의미)
4. Wij hebben *een* hond als huisdier. (하나의 개 의미)
5. Er staat *een* stoel naast de tafel. (하나의 의자 의미)
6. Jij leest *een* krant elke ochtend. (하나의 신문 의미)
7. Ze koopt *een* appel op de markt. (하나의 사과 의미)
8. Ik wil *een* glas water, alsjeblieft. (하나의 컵 의미)
9. Hij draagt *een* jas omdat het koud is. (하나의 재킷 의미)
10. Wij zoeken *een* restaurant in de buurt. (하나의 식당 의미)
힌트: 부정관사 ‘een’은 셀 수 있는 단수 명사 앞에 쓰이며, 영어의 ‘a’ 또는 ‘an’에 해당합니다.
2. Zij drinkt *een* kopje koffie. (하나의 컵 의미)
3. Hij ziet *een* vogel in de boom. (하나의 새 의미)
4. Wij hebben *een* hond als huisdier. (하나의 개 의미)
5. Er staat *een* stoel naast de tafel. (하나의 의자 의미)
6. Jij leest *een* krant elke ochtend. (하나의 신문 의미)
7. Ze koopt *een* appel op de markt. (하나의 사과 의미)
8. Ik wil *een* glas water, alsjeblieft. (하나의 컵 의미)
9. Hij draagt *een* jas omdat het koud is. (하나의 재킷 의미)
10. Wij zoeken *een* restaurant in de buurt. (하나의 식당 의미)
힌트: 부정관사 ‘een’은 셀 수 있는 단수 명사 앞에 쓰이며, 영어의 ‘a’ 또는 ‘an’에 해당합니다.
네덜란드어 부정관사 연습 2
1. Zij heeft *een* idee voor het project. (하나의 아이디어 의미)
2. Ik wil *een* nieuwe fiets kopen. (하나의 새로운 자전거 의미)
3. Hij vindt *een* sleutel op de grond. (하나의 열쇠 의미)
4. Wij zoeken *een* oplossing voor het probleem. (하나의 해결책 의미)
5. Jij hebt *een* mooie jurk aan. (하나의 예쁜 드레스 의미)
6. Er staat *een* boom in de tuin. (하나의 나무 의미)
7. Zij eet *een* boterham met kaas. (하나의 샌드위치 의미)
8. Ik zie *een* auto op de straat. (하나의 자동차 의미)
9. Hij koopt *een* cadeau voor zijn vriendin. (하나의 선물 의미)
10. Wij hebben *een* afspraak om drie uur. (하나의 약속 의미)
힌트: ‘een’은 특정하지 않은 하나의 대상을 지칭할 때 사용하며, 명사의 단수형 앞에 위치합니다.
2. Ik wil *een* nieuwe fiets kopen. (하나의 새로운 자전거 의미)
3. Hij vindt *een* sleutel op de grond. (하나의 열쇠 의미)
4. Wij zoeken *een* oplossing voor het probleem. (하나의 해결책 의미)
5. Jij hebt *een* mooie jurk aan. (하나의 예쁜 드레스 의미)
6. Er staat *een* boom in de tuin. (하나의 나무 의미)
7. Zij eet *een* boterham met kaas. (하나의 샌드위치 의미)
8. Ik zie *een* auto op de straat. (하나의 자동차 의미)
9. Hij koopt *een* cadeau voor zijn vriendin. (하나의 선물 의미)
10. Wij hebben *een* afspraak om drie uur. (하나의 약속 의미)
힌트: ‘een’은 특정하지 않은 하나의 대상을 지칭할 때 사용하며, 명사의 단수형 앞에 위치합니다.