네덜란드어 과거 가정법 연습 1
1. Als ik gisteren *was* geweest, zou ik je hebben geholpen. (‘zijn’ 동사의 과거 가정법 형태)
2. Als hij meer tijd *had* gehad, zou hij het project afmaken. (‘hebben’ 동사의 과거 가정법 형태)
3. Als wij eerder *waren* vertrokken, hadden we de trein gehaald. (‘zijn’ 동사의 복수 과거 가정법 형태)
4. Als jij harder *had* gewerkt, was je geslaagd. (‘hebben’ 동사의 과거 가정법 형태)
5. Als zij het boek *had* gelezen, zou ze de vragen kunnen beantwoorden. (‘hebben’ 동사의 과거 가정법 형태)
6. Als ik rijk *was* geweest, zou ik een groot huis kopen. (‘zijn’ 동사의 과거 가정법 형태)
7. Als jullie beter *hadden* opgelet, was het niet misgegaan. (‘hebben’ 동사의 복수 과거 가정법 형태)
8. Als hij niet ziek *was* geweest, zou hij mee zijn gegaan. (‘zijn’ 동사의 과거 가정법 형태)
9. Als ik jou *was* geweest, zou ik het anders hebben gedaan. (‘zijn’ 동사의 과거 가정법 형태)
10. Als wij meer geld *hadden* gehad, zouden we op vakantie zijn gegaan. (‘hebben’ 동사의 복수 과거 가정법 형태)
2. Als hij meer tijd *had* gehad, zou hij het project afmaken. (‘hebben’ 동사의 과거 가정법 형태)
3. Als wij eerder *waren* vertrokken, hadden we de trein gehaald. (‘zijn’ 동사의 복수 과거 가정법 형태)
4. Als jij harder *had* gewerkt, was je geslaagd. (‘hebben’ 동사의 과거 가정법 형태)
5. Als zij het boek *had* gelezen, zou ze de vragen kunnen beantwoorden. (‘hebben’ 동사의 과거 가정법 형태)
6. Als ik rijk *was* geweest, zou ik een groot huis kopen. (‘zijn’ 동사의 과거 가정법 형태)
7. Als jullie beter *hadden* opgelet, was het niet misgegaan. (‘hebben’ 동사의 복수 과거 가정법 형태)
8. Als hij niet ziek *was* geweest, zou hij mee zijn gegaan. (‘zijn’ 동사의 과거 가정법 형태)
9. Als ik jou *was* geweest, zou ik het anders hebben gedaan. (‘zijn’ 동사의 과거 가정법 형태)
10. Als wij meer geld *hadden* gehad, zouden we op vakantie zijn gegaan. (‘hebben’ 동사의 복수 과거 가정법 형태)
네덜란드어 과거 가정법 연습 2
1. Als hij harder *had* gestudeerd, zou hij zijn examen hebben gehaald. (‘hebben’ 동사의 과거 가정법 형태)
2. Als ik eerder *was* opgestaan, had ik de bus niet gemist. (‘zijn’ 동사의 과거 가정법 형태)
3. Als jullie niet zo laat *waren* gekomen, hadden we samen gegeten. (‘zijn’ 동사의 복수 과거 가정법 형태)
4. Als zij meer ervaring *had* gehad, zou ze de baan gekregen hebben. (‘hebben’ 동사의 과거 가정법 형태)
5. Als ik de waarheid *had* gezegd, had hij me geloofd. (‘hebben’ 동사의 과거 가정법 형태)
6. Als hij niet zo moe *was* geweest, was hij mee uit gegaan. (‘zijn’ 동사의 과거 가정법 형태)
7. Als wij naar het feest *waren* gegaan, hadden we haar ontmoet. (‘zijn’ 동사의 복수 과거 가정법 형태)
8. Als jij beter *had* nagedacht, was dit niet gebeurd. (‘hebben’ 동사의 과거 가정법 형태)
9. Als zij niet zo ver *waren* verhuisd, zouden we elkaar vaker zien. (‘zijn’ 동사의 복수 과거 가정법 형태)
10. Als ik jouw advies *had* opgevolgd, zou alles beter zijn gegaan. (‘hebben’ 동사의 과거 가정법 형태)
2. Als ik eerder *was* opgestaan, had ik de bus niet gemist. (‘zijn’ 동사의 과거 가정법 형태)
3. Als jullie niet zo laat *waren* gekomen, hadden we samen gegeten. (‘zijn’ 동사의 복수 과거 가정법 형태)
4. Als zij meer ervaring *had* gehad, zou ze de baan gekregen hebben. (‘hebben’ 동사의 과거 가정법 형태)
5. Als ik de waarheid *had* gezegd, had hij me geloofd. (‘hebben’ 동사의 과거 가정법 형태)
6. Als hij niet zo moe *was* geweest, was hij mee uit gegaan. (‘zijn’ 동사의 과거 가정법 형태)
7. Als wij naar het feest *waren* gegaan, hadden we haar ontmoet. (‘zijn’ 동사의 복수 과거 가정법 형태)
8. Als jij beter *had* nagedacht, was dit niet gebeurd. (‘hebben’ 동사의 과거 가정법 형태)
9. Als zij niet zo ver *waren* verhuisd, zouden we elkaar vaker zien. (‘zijn’ 동사의 복수 과거 가정법 형태)
10. Als ik jouw advies *had* opgevolgd, zou alles beter zijn gegaan. (‘hebben’ 동사의 과거 가정법 형태)