네덜란드어 조건절 시제 연습 1
1. Als ik morgen vrij *ben*, ga ik naar het park. (als절의 동사 ‘zijn’ 현재형)
2. Als zij gisteren thuis *bleef*, heeft ze ons niet gezien. (als절의 동사 ‘blijven’ 과거형)
3. Als het regent, *blijven* we binnen. (als절의 현재형, 일반 현재 시제)
4. Als hij tijd *had*, zou hij je helpen. (als절의 동사 ‘hebben’ 과거형)
5. Als jij harder *werkt*, krijg je een beloning. (als절의 동사 ‘werken’ 현재형)
6. Als wij niet te laat *zijn*, kunnen we de film zien. (als절의 동사 ‘zijn’ 현재형)
7. Als zij eerder *was* gekomen, hadden we koffie gedronken. (als절의 동사 ‘komen’ 과거형)
8. Als ik genoeg geld *heb*, koop ik een nieuwe fiets. (als절의 동사 ‘hebben’ 현재형)
9. Als jullie niet zo snel *lopen*, missen jullie de trein. (als절의 동사 ‘lopen’ 현재형)
10. Als de kinderen slapen, *kan* ik rustig lezen. (als절의 현재형, 조동사 ‘kunnen’)
2. Als zij gisteren thuis *bleef*, heeft ze ons niet gezien. (als절의 동사 ‘blijven’ 과거형)
3. Als het regent, *blijven* we binnen. (als절의 현재형, 일반 현재 시제)
4. Als hij tijd *had*, zou hij je helpen. (als절의 동사 ‘hebben’ 과거형)
5. Als jij harder *werkt*, krijg je een beloning. (als절의 동사 ‘werken’ 현재형)
6. Als wij niet te laat *zijn*, kunnen we de film zien. (als절의 동사 ‘zijn’ 현재형)
7. Als zij eerder *was* gekomen, hadden we koffie gedronken. (als절의 동사 ‘komen’ 과거형)
8. Als ik genoeg geld *heb*, koop ik een nieuwe fiets. (als절의 동사 ‘hebben’ 현재형)
9. Als jullie niet zo snel *lopen*, missen jullie de trein. (als절의 동사 ‘lopen’ 현재형)
10. Als de kinderen slapen, *kan* ik rustig lezen. (als절의 현재형, 조동사 ‘kunnen’)
네덜란드어 조건절 어순 연습 2
1. Als hij thuiskomt, *gaat* hij eerst douchen. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
2. Als ik het weet, *zeg* ik het je meteen. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
3. Als jullie morgen komen, *maken* we een wandeling. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
4. Als zij haar huiswerk afmaakt, *kijkt* ze tv. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
5. Als het mooi weer is, *gaan* we naar het strand. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
6. Als ik genoeg tijd heb, *help* ik je met studeren. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
7. Als hij niet belt, *wacht* ik niet langer. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
8. Als zij klaar is, *vertrekken* we samen. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
9. Als jij je best doet, *slaag* je voor het examen. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
10. Als wij geluk hebben, *vinden* we een parkeerplaats. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
2. Als ik het weet, *zeg* ik het je meteen. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
3. Als jullie morgen komen, *maken* we een wandeling. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
4. Als zij haar huiswerk afmaakt, *kijkt* ze tv. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
5. Als het mooi weer is, *gaan* we naar het strand. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
6. Als ik genoeg tijd heb, *help* ik je met studeren. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
7. Als hij niet belt, *wacht* ik niet langer. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
8. Als zij klaar is, *vertrekken* we samen. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
9. Als jij je best doet, *slaag* je voor het examen. (조건절 뒤 주절 동사 위치)
10. Als wij geluk hebben, *vinden* we een parkeerplaats. (조건절 뒤 주절 동사 위치)