개별 명사 연습
1. De *hond* loopt in het park. (힌트: 개를 뜻하는 단수 명사)
2. Mijn *boek* ligt op tafel. (힌트: 읽는 데 쓰는 물건, 단수)
3. Zij koopt een nieuwe *auto*. (힌트: 교통수단, 단수)
4. De *stoel* is erg comfortabel. (힌트: 앉는 데 쓰는 가구, 단수)
5. Ik zie een mooie *bloem* in de tuin. (힌트: 식물의 일부, 단수)
6. Het *huis* staat aan de rivier. (힌트: 사람이 사는 건물, 단수)
7. De *kat* slaapt op de bank. (힌트: 작은 집 고양이, 단수)
8. Mijn *pen* schrijft goed. (힌트: 글씨 쓰는 도구, 단수)
9. De *appel* is rood en sappig. (힌트: 과일, 단수)
10. Het *kind* speelt buiten. (힌트: 어린 사람, 단수)
2. Mijn *boek* ligt op tafel. (힌트: 읽는 데 쓰는 물건, 단수)
3. Zij koopt een nieuwe *auto*. (힌트: 교통수단, 단수)
4. De *stoel* is erg comfortabel. (힌트: 앉는 데 쓰는 가구, 단수)
5. Ik zie een mooie *bloem* in de tuin. (힌트: 식물의 일부, 단수)
6. Het *huis* staat aan de rivier. (힌트: 사람이 사는 건물, 단수)
7. De *kat* slaapt op de bank. (힌트: 작은 집 고양이, 단수)
8. Mijn *pen* schrijft goed. (힌트: 글씨 쓰는 도구, 단수)
9. De *appel* is rood en sappig. (힌트: 과일, 단수)
10. Het *kind* speelt buiten. (힌트: 어린 사람, 단수)
집합 명사 및 복합 명사 연습
1. De *familie* komt elke zondag samen. (힌트: 혈연이나 친족들의 집합)
2. In de *klas* zitten twintig leerlingen. (힌트: 학교에서 학생들이 모인 집합)
3. Het *team* wint de wedstrijd. (힌트: 함께 일하거나 스포츠 하는 집합)
4. De *boekenplank* staat vol met literatuur. (힌트: ‘책’과 ‘선반’이 합쳐진 복합 명사)
5. Mijn *werkplek* is op de tweede verdieping. (힌트: ‘일’과 ‘자리’가 합쳐진 복합 명사)
6. De *gemeenschap* helpt elkaar in moeilijke tijden. (힌트: 사회나 집단을 의미하는 집합 명사)
7. Het *voetbalteam* traint elke avond. (힌트: ‘축구’와 ‘팀’이 합쳐진 복합 명사)
8. De *schoenmaker* repareert oude schoenen. (힌트: ‘신발’과 ‘제작자’가 합쳐진 복합 명사)
9. In de *bibliotheek* kun je boeken lenen. (힌트: 책과 관련된 장소를 뜻하는 복합 명사)
10. De *winkelstraat* is druk op zaterdag. (힌트: ‘가게’와 ‘거리’가 합쳐진 복합 명사)
2. In de *klas* zitten twintig leerlingen. (힌트: 학교에서 학생들이 모인 집합)
3. Het *team* wint de wedstrijd. (힌트: 함께 일하거나 스포츠 하는 집합)
4. De *boekenplank* staat vol met literatuur. (힌트: ‘책’과 ‘선반’이 합쳐진 복합 명사)
5. Mijn *werkplek* is op de tweede verdieping. (힌트: ‘일’과 ‘자리’가 합쳐진 복합 명사)
6. De *gemeenschap* helpt elkaar in moeilijke tijden. (힌트: 사회나 집단을 의미하는 집합 명사)
7. Het *voetbalteam* traint elke avond. (힌트: ‘축구’와 ‘팀’이 합쳐진 복합 명사)
8. De *schoenmaker* repareert oude schoenen. (힌트: ‘신발’과 ‘제작자’가 합쳐진 복합 명사)
9. In de *bibliotheek* kun je boeken lenen. (힌트: 책과 관련된 장소를 뜻하는 복합 명사)
10. De *winkelstraat* is druk op zaterdag. (힌트: ‘가게’와 ‘거리’가 합쳐진 복합 명사)