オランダ語条件法完了練習1
1. Als ik meer tijd had, *zou ik meer boeken gelezen hebben*. (「読む」の過去分詞は *gelezen*、完了形の構成)
2. Zij *zou naar het feest gekomen zijn* als ze was uitgenodigd. (動詞「komen」の過去分詞と「zijn」を使う)
3. Wij *zouden eerder vertrokken zijn* als het niet had geregend. (複数形、動詞「vertrekken」の過去分詞)
4. Hij *zou het probleem opgelost hebben* als hij meer informatie had gehad. (動詞「oplossen」の過去分詞)
5. Jullie *zouden de wedstrijd gewonnen hebben* als jullie harder hadden gewerkt. (動詞「winnen」の過去分詞)
6. Ik *zou een ander cadeau gekocht hebben* als ik meer geld had. (動詞「kopen」の過去分詞)
7. Zij *zou eerder thuis gekomen zijn* als de bus op tijd was geweest. (動詞「thuiskomen」の過去分詞)
8. Als hij meer had geoefend, *zou hij beter gezongen hebben*. (動詞「zingen」の過去分詞)
9. Wij *zouden dat boek gelezen hebben* als we het hadden gevonden. (動詞「lezen」の過去分詞)
10. Jij *zou de film leuk gevonden hebben* als je hem had gezien. (動詞「vinden」の過去分詞)
2. Zij *zou naar het feest gekomen zijn* als ze was uitgenodigd. (動詞「komen」の過去分詞と「zijn」を使う)
3. Wij *zouden eerder vertrokken zijn* als het niet had geregend. (複数形、動詞「vertrekken」の過去分詞)
4. Hij *zou het probleem opgelost hebben* als hij meer informatie had gehad. (動詞「oplossen」の過去分詞)
5. Jullie *zouden de wedstrijd gewonnen hebben* als jullie harder hadden gewerkt. (動詞「winnen」の過去分詞)
6. Ik *zou een ander cadeau gekocht hebben* als ik meer geld had. (動詞「kopen」の過去分詞)
7. Zij *zou eerder thuis gekomen zijn* als de bus op tijd was geweest. (動詞「thuiskomen」の過去分詞)
8. Als hij meer had geoefend, *zou hij beter gezongen hebben*. (動詞「zingen」の過去分詞)
9. Wij *zouden dat boek gelezen hebben* als we het hadden gevonden. (動詞「lezen」の過去分詞)
10. Jij *zou de film leuk gevonden hebben* als je hem had gezien. (動詞「vinden」の過去分詞)
オランダ語条件法完了練習2
1. Als het niet had gesneeuwd, *zou ik naar mijn werk gegaan zijn*. (動詞「gaan」の過去分詞と「zijn」)
2. Zij *zou meer uren gewerkt hebben* als ze niet ziek was geweest. (動詞「werken」の過去分詞)
3. Wij *zouden het huis schoongemaakt hebben* als we tijd hadden gehad. (動詞「schoonmaken」の過去分詞)
4. Hij *zou de brief geschreven hebben* als hij papier had gehad. (動詞「schrijven」の過去分詞)
5. Jullie *zouden de trein genomen hebben* als hij niet te laat was geweest. (動詞「nemen」の過去分詞)
6. Ik *zou meer groenten gegeten hebben* als ik honger had gehad. (動詞「eten」の過去分詞)
7. Zij *zou de presentatie voorbereid hebben* als ze beter was geïnformeerd. (動詞「voorbereiden」の過去分詞)
8. Als hij eerder was gekomen, *zou hij de vergadering bijgewoond hebben*. (動詞「bijwonen」の過去分詞)
9. Wij *zouden de film al gezien hebben* als we tijd hadden. (動詞「zien」の過去分詞)
10. Jij *zou meer geslapen hebben* als je niet zo druk was geweest. (動詞「slapen」の過去分詞)
2. Zij *zou meer uren gewerkt hebben* als ze niet ziek was geweest. (動詞「werken」の過去分詞)
3. Wij *zouden het huis schoongemaakt hebben* als we tijd hadden gehad. (動詞「schoonmaken」の過去分詞)
4. Hij *zou de brief geschreven hebben* als hij papier had gehad. (動詞「schrijven」の過去分詞)
5. Jullie *zouden de trein genomen hebben* als hij niet te laat was geweest. (動詞「nemen」の過去分詞)
6. Ik *zou meer groenten gegeten hebben* als ik honger had gehad. (動詞「eten」の過去分詞)
7. Zij *zou de presentatie voorbereid hebben* als ze beter was geïnformeerd. (動詞「voorbereiden」の過去分詞)
8. Als hij eerder was gekomen, *zou hij de vergadering bijgewoond hebben*. (動詞「bijwonen」の過去分詞)
9. Wij *zouden de film al gezien hebben* als we tijd hadden. (動詞「zien」の過去分詞)
10. Jij *zou meer geslapen hebben* als je niet zo druk was geweest. (動詞「slapen」の過去分詞)