Modeontwerper
Diseñador de moda.
Zij is een bekende Nederlandse modeontwerper.

Kledingstuk
Prenda de vestir.
Dit kledingstuk is gemaakt van organisch katoen.

Passen
Probar (hacer que una prenda se ajuste o ver cómo queda).
Kan ik deze jurk passen in een grotere maat?

Naaien
Coser (la acción de unir telas con hilo y aguja).
Mijn oma kan heel goed naaien.

Stof
Tela, material.
Deze stof voelt erg zacht aan.

Mode
Moda (tendencias de vestir).
De mode van dit jaar is heel kleurrijk.

Catwalk
Pasarela (donde los modelos desfilan la ropa).
De modellen lopen nu op de catwalk.

Modehuis
Casa de moda (lugar donde se diseñan y producen colecciones de moda).
Chanel is een bekend Frans modehuis.

Lente-/zomercollectie
Colección de primavera/verano.
De lente-/zomercollectie wordt gepresenteerd in februari.

Herfst-/wintercollectie
Colección de otoño/invierno.
Ik kijk uit naar de herfst-/wintercollectie van dit jaar.

Haute couture
Alta costura (moda de alta gama y hecha a medida).
Haute couture stukken zijn exclusief en duur.

Pret-a-porter
Prêt-à-porter (ropa de moda lista para llevar).
De pret-a-porter collectie is beschikbaar in verschillende maten.

Accessoires
Accesorios (complementos como joyas, bolsos, etc.).
Accessoires kunnen je outfit compleet maken.

Showroom
Sala de exposición (espacio donde se exhibe y se vende la moda).
De nieuwe collectie is nu te zien in de showroom.

Lookbook
Catálogo de moda (colección de fotografías que muestran un estilo o una marca).
Het lookbook van dit seizoen heeft een minimalistische stijl.

Fotoshoot
Sesión fotográfica (evento donde se toman fotos para promocionar la moda).
We gaan beginnen met de fotoshoot voor de nieuwe campagne.

Model
Modelo (persona que muestra la ropa en desfiles o fotos).
Het model toonde verschillende outfits op de catwalk.

Trendsetter
Persona que marca tendencias.
Zij staat bekend als een trendsetter in de mode-industrie.

Maat
Talla (número que indica el tamaño de una prenda).
Welke maat heeft u nodig voor deze broek?

Maatwerk
Hecho a medida (ropa personalizada según las medidas del cliente).
Hij draagt alleen maar maatwerk pakken.

Styling
Estilismo (el arte de crear y combinar atuendos).
De styling van de acteurs is gedaan door een professional.

Textiel
Textil (conjunto de hilos y telas).
Die winkel verkoopt allerlei soorten textiel.

Confectie
Ropa confeccionada (ropa producida en masa).
Confectiekleding is goedkoper dan maatwerk.

Winkel
Tienda (lugar donde se venden productos, en este caso, ropa).
Ik werk in een winkel in het centrum.

Mannequin
Maniquí (modelo de figura humana o busto usado para exhibir ropa).
De mannequins in de etalage hebben de laatste mode aan.

Acercarse al sector de la moda a través del aprendizaje del vocabulario específico puede ser tan estimulante como la moda misma. Es una excelente manera de combinar pasiones y al mismo tiempo abrirse a nuevas oportunidades profesionales y personales. A medida que te familiarices con estos términos, estarás listo para empaparte de las ricas contribuciones de los diseñadores holandeses al mundo de la moda y participar activamente en conversaciones y negocios en este campo. ¡Ánimo y a continuar aprendiendo!