Ejercicios pasivos de gramática holandesa – Parte 1
2. De brief *wordt* door de leraar geschreven. (Presente pasivo con «worden»)
3. De foto *wordt* door de fotograaf genomen. (Presente pasivo, verbo «nemen»)
4. Het boek *wordt* door de schrijver gelezen. (Presente pasivo, verbo «lezen»)
5. De taart *wordt* door mijn moeder gebakken. (Presente pasivo, verbo «bakken»)
6. De auto *wordt* door de monteur gerepareerd. (Presente pasivo, verbo «repareren»)
7. De deur *wordt* door de timmerman gemaakt. (Presente pasivo, verbo «maken»)
8. De kamer *wordt* door de schoonmaker schoongemaakt. (Presente pasivo, verbo «schoonmaken»)
9. De kleren *worden* door de wasserij gewassen. (Presente pasivo plural, verbo «wassen»)
10. De maaltijd *wordt* door de kok klaargemaakt. (Presente pasivo, verbo «klaarmaken»)
Ejercicios pasivos de gramática holandesa – Parte 2
2. De brief *werd* gisteren verstuurd. (Pasado pasivo, verbo «versturen»)
3. De foto *werd* door hem gemaakt. (Pasado pasivo, verbo «maken»)
4. Het boek *werd* in 2010 gepubliceerd. (Pasado pasivo, verbo «publiceren»)
5. De taart *werd* door mijn zus gebakken. (Pasado pasivo, verbo «bakken»)
6. De auto *werd* vorige week gerepareerd. (Pasado pasivo, verbo «repareren»)
7. De deur *werd* door de timmerman gemaakt. (Pasado pasivo, verbo «maken»)
8. De kamer *werd* door de schoonmaker schoongemaakt. (Pasado pasivo, verbo «schoonmaken»)
9. De kleren *werden* door de wasserij gewassen. (Pasado pasivo plural, verbo «wassen»)
10. De maaltijd *werd* door de kok klaargemaakt. (Pasado pasivo, verbo «klaarmaken»)